van angstig naar vrolijk meisje

Een meisje van tien jaar kwam samen met haar moeder bij mij in de praktijk. Op de verwijzing van de huisarts stond als diagnose hyperventilatie. Het meisje had zomaar ineens last van angstaanvallen waarbij ze benauwd werd, het zweet haar uitbrak en ze licht in het hoofd werd. Meestal had ze dat in drukke of warme ruimtes. Ze wist niet goed wat ze ermee aan moest en vond het erg eng. Uit het intake gesprek en de ingevulde vragenlijst over hyperventilatie kwam zeer duidelijk naar voren dat ze absoluut de symptomen van hyperventilatie had, maar zonder psychische factor. Ze was geen piekeraar en stond open in het leven.

Bij het onderzoek was te zien dat ze snel en oppervlakkig ademhaalde. De adembeweging was vooral hoog bij het borstbeen te zien. We begonnen daarom met bewustwordingsoefeningen. Door haar te laten voelen waar ze de ademhaling zelf plaatste en dat dat ook anders kon, kreeg ze meer controle. We oefenden de buikademhaling in verschillende houdingen en in verschillende situaties. Ik ging soms vlak voor haar neus staan of over haar heen hangen en het lukte haar steeds beter om in haar eigen rustige ademhaling te blijven.

Na 4 behandelingen kwam ze stralend binnen. Ze had geen aanval gehad de afgelopen week en het voelde heerlijk dat ze zelf controle had over haar ademhaling. Ze durfde weer naar drukkere verjaardagen en zelfs met het warme weer van die week had ze geen problemen gehad.

Soms is iets wat best moeilijk lijkt toch makkelijk op te lossen.

Hyperventilatie? Ik denk eerder dat ik het aan mijn hart heb…

Hyperventilatie is nog steeds een onderschat probleem. Als mensen met hun klachten naar de huisarts gaan en als diagnose hyperventilatie krijgen zijn ze meestal niet gerustgesteld. En dan worden ze ook nog naar de oefentherapeut gestuurd, terwijl ze naar hun idee naar de cardioloog zouden moeten.

Klachten die bij hyperventilatie horen zijn vaak best eng. Drukkend gevoel op de borst, uitstraling naar de linker arm, tintelingen rond de mond, een knoop in de maag, misselijk, duizelig, paniekerig gevoel. Een hele lijst, en het verkeerde ademhalen staat er niet bij. Men is zich vaak niet bewust van de ademhaling, maar de oorzaak ligt daar wel.

Door teveel en te diep inademen en te weinig uitademen ontstaat er een disbalans in de verhouding zuurstof-koolstofdioxide. Door deze veranderingen stijgt de zuurgraad van het bloed wat de klachten van hyperventilatie veroorzaakt. De verkeerde manier van ademhalen ontstaat vaak bij spanningen en oververmoeidheid. Het kan iedereen overkomen.

Mensen die bij mij komen met hyperventilatie leg ik eerst zoveel mogelijk uit om de nare klachten te verklaren en meer inzicht te krijgen in de werking van het lichaam. Dit geeft al rust. Daarnaast gaan we aan de slag met ademhalingsoefeningen, ontspanningsoefeningen en rationeel emotionele training. Dit laatste betreft het leren van een andere manier van denken. Lichaam en geest is één en hyperventilatie is daar een heel duidelijk voorbeeld van. Oefentherapie kijkt ook altijd naar de mens als geheel en (be)handelt daar ook naar. Met als resultaat meer inzicht en controle en een cliënt die weer stevig met beide benen op de grond staat.

Lekker in je vel !

Zo’n twee jaar geleden volgde ik de scholing voor bekkenklachten bij zwangerschap en bekkenbodemproblemen. De informatie die ik daar kreeg over wat een bevalling allemaal met je lichaam doet zette me wel aan het denken. Sinds die scholing hamer ik bij elke zwangere dame erop dat ze vooral na de bevalling de training van de bekkenbodem oppakt.

De meeste jonge moeders gaan na de bevalling weer aan het hardlopen of fitness. De kilo’s moeten er zo snel mogelijk van af. Maar wat ze niet weten is dat de bekkenbodem steeds slapper wordt als je het overbelast. Dus als je die niet bewust traint werkt het oppakken van het sporten averechts op de bekkenbodem. En echt, druppeltjes verliezen tijdens het sporten of lachen is echt niet iets wat erbij hoort, er is iets aan te doen.

Daarom ben ik vorig jaar gestart met de Lekker-in-je-vel lessen.Vanaf 6 weken na de bevalling tot wanneer men maar wil wordt er wekelijks gewerkt aan bekkenbodemspieren, buikspieren, conditie, maar ook trainen we hoe je je kindje het beste kan optillen, welke voedingshoudingen het minst belastend zijn en geef ik schoonmaaktips wat de houding betreft. De kinderen komen mee dus we hebben direct oefenmateriaal!

Dus begin na een bevalling weer met trainen in het klein en bouw het rustig aan op en vergeet vooral die bekkenbodem niet.

lekker aan het werk in de tuin (deel1)

De lente is begonnen en het kriebelt weer om in de tuin aan het werk te gaan. Vol enthousiasme begin je in de ochtend, maar hoe vaak gebeurt het niet dat je in de loop van de dag haast niet meer overeind kan komen door bijvoorbeeld een zere rug. Hieronder volgen wat tips en herkenbare foto’s over hoe het niet en vooral over hoe het wel handig is om te doen.

Onkruid wieden

                                        

Links zie je de bekende verkeerde houding en rechts één van de betere mogelijkheden. Probeer altijd dichtbij en recht voor je werk te blijven. Breng jezelf naar het werk toe door bijvoorbeeld te hurken of te knielen op één been. Een andere mogelijkheid is een klein krukje of opstapje gebruiken waar je op kan zitten. Verander regelmatig van houding om stijfheid te voorkomen.

Spitten

Links de overbelastende spithouding en rechts de manier waarop je beter je spieren gebruikt en de belasting dus ook meer over het hele lichaam verdeelt. Links geeft een piekbelasting op de onderste tussenwervelschijven. Rechts is een stuk moeilijker als je dat voor het eerst moet doen, maar uiteindelijk kan je het op deze manier langer volhouden. Dus knieën buigen, met een rechte rug naar voren en de kracht voor een groot deel uit de benen halen.

van verlegen naar zelfvertrouwen

Een meisje van 16 jaar oud kwam samen met haar moeder bij me in verband met lage rugklachten. Haar moeder vertelde wat eraan de hand was en het meisje zat er wat in elkaar gedoken naast, mij niet aankijkend, de blik naar de grond gericht.

Tijdens het onderzoek zag ik wat wij noemen een inactieve houding. Knieën overstrekt, holle onderrug, teveel gebogen bovenrug en het hoofd naar voren. Ze verborg haar gezicht achter lang, sluik haar.

We begonnen eerst met spierversterkende oefeningen, maar al gauw namen we plaats voor de spiegel en liet ik haar het verschil zien tussen háár houding en een goede houding. Ik vroeg haar wat ze zag en hoe de andere houding voelde en ze was verbaasd hoe mooi dat eruit zag.

We namen de zithouding door, het staan, schrijven, bukken en in de loop van de behandelingen kwam er een verandering in haar. Ze begon meer te praten, keek me aan, droeg haar haar in een staart en langzaam aan rechtte haar rug en trokken de schouders wat naar achter. De rugklachten waren inmiddels verdwenen en ze was sterker geworden. Tijdens de laatste behandeling gaf ze aan dat ze nu bij het uitgaan niet meer in een hoekje stond, maar op mensen af durfde te stappen en zelfs een plekje op de dansvloer had opgezocht.

Duidelijker kan het niet zijn: lichaam en geest is een eenheid. En zo is de behandelwijze oefentherapie ook.

Ook een man van 83 kwam bij de oefentherapeut…

Enkele jaren geleden werd een man van 83 jaar oud door de neuroloog naar mij verwezen. Hij had ernstige nekklachten en droeg hiervoor een nekkraag. Zijn houding was zoals een oude man er uit ziet, voorover gebogen, wat schuifelend lopen.

De hulpvraag was of de klachten iets draaglijker zouden kunnen worden.

Meneer was erg gemotiveerd. Hij wilde alles wel proberen om van die nekkraag af te komen, want hij kon zo niet meer in zijn tuintje werken wat hij toch nog wel heel graag deed.

We begonnen met diverse oefeningen om meer vertrouwen te krijgen in de nek en rug, zowel liggend als zittend. De rug werd in kracht getraind, maar ook in de gestrekte houding. De dagelijkse houdingen en bewegingen werden doorgenomen, zoals zitten, staan en bukken. Na enkele weken ging de kraag steeds vaker af en na een paar maanden had hij hem niet meer nodig.

Aan het eind van de therapie kwam een rechtop lopende, wat oudere man bij me met een grote pleister op zijn hoofd…doordat hij nu zo rechtop liep had hij zijn hoofd aan een kastje gestoten waar hij anders zo onderdoor liep, en hij was er maar wat trots op!

we kunnen niks vinden…

We kunnen niks vinden…dat is wat mensen met chronische pijn vaak te horen krijgen na onderzoeken bij de huisarts of specialist. Thuis gekomen begint het te dagen. ‘Ik heb altijd pijn, maar ik mankeer niks, stel ik me aan, zit het tussen mijn oren?’

Vaak worden deze mensen nog wel doorgestuurd naar de oefentherapeut. Volkomen ongemotiveerd komt men dan bij me. ‘Er is toch niks aan te doen heeft de arts gezegd, wat doe ik dan hier? ‘

Tijdens het intake-gesprek komt dit vaak al naar voren en dan is het dus mijn taak om uit te leggen en te motiveren. Want deze mensen mankeren wel degelijk wat, het is alleen niet te vinden op een scan of uit bloedonderzoek. Spieren worden vaak onderschat, maar als het lichaam om welke reden dan ook uit balans is kunnen spieren veel klachten geven.

Ik spreek met deze mensen altijd af dat we er samen 6 weken tegenaan gaan. Ik doe mijn best om de juiste behandeling te vinden en zij oefenen 6 weken lang elke dag zoals ik het vraag. Met zo goed als altijd resultaat. Want wat je ook mankeert, waar de oorzaak van klachten ook vandaan komt, het in balans krijgen van het lichaam wat betreft spierkracht en spiergebruik geeft altijd verlichting. Men krijgt weer meer grip op de eigen pijn, meer inzicht in wat men wel of niet kan en dat geeft vertrouwen.

Soms krijg je de intensiteit van de pijn niet verandert, maar de pijnbeleving wel. De kwaliteit van het leven wordt beter en zo wordt een neerwaartse spiraal omgekeerd en komt men er positief weer uit.

Komt een kind bij de oefentherapeut…

Een meisje van 8 jaar kwam bij me, omdat ze al ruim een jaar rugpijn had. Dit is natuurlijk niet normaal op die leeftijd en de diagnose van de kinderarts was dan ook hypermobiliteit. Dit houdt in dat de banden in het lichaam die steun moeten geven aan de gewrichten te lang zijn en er dus een te grote bewegingsmogelijkheid bestaat. Meestal is dit te constateren in de ellebogen, knieën en de mogelijkheid tot het maken van een hele holle rug.

Dit meisje had al lang andere therapieën gevolgd dus ik moest met een totaal andere aanpak beginnen. Ik had in die tijd net de opleiding ‘oefentherapie bij bekkenklachten tijdens zwangerschap’ afgerond. Bij zwangeren zijn de banden in het lichaam ook te lang en is de stabiliteit verstoord.  Dus we begonnen met stabiliteitstraining rondom het bekken. Eerst liggend, daarna in kruiphouding, zittend en staand en na enkele weken ging het steeds beter met haar. De spieren namen de steunfunctie over en functioneerden steeds meer zoals de bedoeling was.

Na enkele maanden kon ze weer volop met haar vriendinnetjes op de trampoline springen zonder dat ze moest stoppen, omdat haar rug zo’n pijn deed.

Twitterhouding

zo hoort het dus niet….

Herkenbaar???

 
zo hoort het dus wel… 😉

alles valt te leren… 

 

Komt een man bij de oefentherapeut…

Laatst was een meneer naar mij doorverwezen door de neuroloog. Hij had arm- en nekklachten veroorzaakt door een nekhernia. Meneer was achterin de 50 en deed nog altijd zwaar fabriekswerk. Voordat er eventueel geopereerd zou worden wilde de neuroloog dat deze man eerst oefentherapie zou gaan volgen. Je weet maar nooit of het helpt was de beredenering.

Na een uitgebreid intake gesprek waarbij de beperkingen werden besproken volgde het onderzoek. Niet alleen de nek werd bekeken, maar ook de gehele rug en de schouders. Na alle informatie te hebben verzameld maakte ik een persoonlijk behandelplan voor deze meneer met als behandeldoel dat meneer weer zou kunnen functioneren op zijn werk. Dat was voor hem de belangrijkste hulpvraag dus daar pas ik mijn doel op aan.

Na diverse behandelingen met ontspannende oefeningen voor de nek en schouders, versterkende training voor de rug en schouders en soepeler maken van de gehele rug ging het al stukken beter met meneer. Daarna volgde het intrainen van de houding. Diverse werkhandelingen bootsten we na en trainden we in.

Na enkele weken ging meneer weer voorzichtig aan het werk. Eerst 2 uur, daarna 4, tot hij weer een hele dag achter elkaar op zijn werk kon zijn. De bedrijfsarts werkte super mee en gaf meneer alle tijd.

En het is gelukt. Meneer is weer 100% aan het werk. Hij geeft aan wat hij wel en niet kan en denkt goed na over zijn houding. Hij neemt vaker pauzes en luister naar zijn lichaam. En zijn werk…dat krijgt hij gewoon af.