Berichten

Ramen zemen, waar let je op met je houding?

Voor tips hoe je ramen goed schoon worden hoef je dit stukje niet te lezen, daar ben ik niet zo goed in. Wat ik wel kan vertellen is waar je op moet letten bij het ramen zemen zodat je de schouders en rug niet overbelast.

Wat je vaak ziet bij ramen zemen is het volgende:

Voor het bovenste deel rek je teveel uit, de schouder gaat omhoog en je werkt boven je macht. Dit geeft teveel          spanning in de schouder- en nekspieren waaruit hoofdpijn of schouderpijn kan ontstaan. Ook komt er teveel belasting op de onderrug wat resulteert in een zeurende pijn. Vaak wordt er te hard op de spons gedrukt zodat er ook onnodige spanning ontstaat.

Bij het onderste deel van de ramen sta je vaak gebukt met gestrekte benen en haal je de kracht uit de schouders. Ook deze houding geeft overbelasting voor nek, schouders en rug.

Hoe moet het dan wel? Ik denk dat iedereen wel weet dat er een trap bij moet. Het lijkt altijd veel gedoe zo’n trap pakken maar het geeft zoveel verlichting dat het een kleine moeite is. Zorg dat je de trap op een makkelijke plek hebt staan waar je hem zo gepakt hebt, dat maakt de drempel om hem te pakken al kleiner.

Werk altijd tussen oog- en borsthoogte, dan heb je de optimale hoogte om licht kracht te zetten. Je kan beter drie keer over een plekje wrijven dan één keer heel hard. Probeer de schouders niet op te trekken en houdt de rug recht.

Voor het lage deel van de ramen kan je het beste gehurkt of geknield (op één knie en één voet) gaan zitten. Zo kan je stabiliteit uit de benen halen, de rug recht houden en de schouders laag. Ook nu weer niet teveel kracht zetten. Probeer zo ontspannen mogelijk te zemen, ook al heb je haast. Zo krijg je schone ramen zonder lichamelijke klachten en kan je de dagelijkse bezigheden makkelijker volhouden.

Lekker in je vel !

Zo’n twee jaar geleden volgde ik de scholing voor bekkenklachten bij zwangerschap en bekkenbodemproblemen. De informatie die ik daar kreeg over wat een bevalling allemaal met je lichaam doet zette me wel aan het denken. Sinds die scholing hamer ik bij elke zwangere dame erop dat ze vooral na de bevalling de training van de bekkenbodem oppakt.

De meeste jonge moeders gaan na de bevalling weer aan het hardlopen of fitness. De kilo’s moeten er zo snel mogelijk van af. Maar wat ze niet weten is dat de bekkenbodem steeds slapper wordt als je het overbelast. Dus als je die niet bewust traint werkt het oppakken van het sporten averechts op de bekkenbodem. En echt, druppeltjes verliezen tijdens het sporten of lachen is echt niet iets wat erbij hoort, er is iets aan te doen.

Daarom ben ik vorig jaar gestart met de Lekker-in-je-vel lessen.Vanaf 6 weken na de bevalling tot wanneer men maar wil wordt er wekelijks gewerkt aan bekkenbodemspieren, buikspieren, conditie, maar ook trainen we hoe je je kindje het beste kan optillen, welke voedingshoudingen het minst belastend zijn en geef ik schoonmaaktips wat de houding betreft. De kinderen komen mee dus we hebben direct oefenmateriaal!

Dus begin na een bevalling weer met trainen in het klein en bouw het rustig aan op en vergeet vooral die bekkenbodem niet.

tips voor houdingen tijdens het huishouden

De huishouding, je ontkomt er niet aan. En het valt niet altijd mee om te doen. Vooral als je last hebt van de rug of nek voel je dat huishoudelijke bezigheden zwaar zijn om te doen. Hieronder volgen wat tips waar je op kunt letten als je bezig bent. Het is even opletten en het voelt misschien alsof het veel tijd kost, maar uiteindelijk levert het je minder pijn op.

1. Stofzuigen. Trek de stofzuigerslang achter je langs zodat hij strak komt te staan als je je arm met de stang uitstrekt. Zo zorg je voor een kleine bewegingsuitslag en is het makkelijker om rechtop te blijven. De makkelijk te bereiken ruimtes doe je met kleine stapjes en kleine armbewegingen. Moet je ergens onder dan maak je de juiste bukbeweging (zie tips bukken en tillen). Laat de stofzuiger zijn werk doen en wees niet zelf de stofzuiger. Zie hier de film.

2. Stoffen/afnemen van spullen. Met wat voor een doek je het ook doet het gaat om stof afnemen en niet om schrobben. Vaak wordt er teveel kracht gezet vanuit de schouder terwijl je met ‘aaibewegingen’ de boel ook afneemt. Met een eenvoudig licht opstapje zorg je dat je overal goed bijkunt en dus niet hoeft uit te rekken.

3. Strijken. Stel de plank op de juiste hoogte in (navelhoogte als je staat). Zorg voor ruimte om je heen zodat je makkelijk heen en weer kan stappen. Juist door te bewegen word je minder moe. Laat de strijkbout zijn werk doen, je hoeft niet hard te duwen of drukken.

4. Ramen zemen. Werk zoveel mogelijk tussen borst- en ooghoogte. Zorg voor een opstapje/trap zodat je niet erg hoeft uit te rekken. Voor lage ramen gebruik je de bukbeweging uit tips bij bukken/tillen. Breng jezelf dus naar de werkhoogte toe. Laat de spons het werk doen, dus niet teveel drukken. Moet je toch vlekken wegpoetsen maak dan kleine bewegingen.

5.  Afwassen. Geen vaatwasser? Dan dus staand bij het aanrecht. Is de gootsteen te diep dan kan je of in een kleine spreidstand gaan staan, of het gootsteenkastje opendoen en een voet daarin zetten of een afwasteil kopen, die op het aanrecht zetten en het afdruiprek in de gootsteen. Zo bevorder je een rechte rug en sta je actief in plaats van te hangen.

6. Dweilen/swiffer. Dit kan op verschillende manieren, maar wat altijd belangrijk is, is de kleine bewegingsuitslag. Je kan van links naar rechts of naar voor/achter. Verdeel het gewicht goed over beide benen, houdt het bekken stil door enigszins de buik/taillespieren aan te spannen en haal kracht uit de lichtgebogen benen. zie hier de film.

7. Dit zijn natuurlijk eenvoudige tips waar je iets mee vooruit kan. De oefentherapeut traint deze houdingen en bewegingen echt in en kijkt naar wat voor jou als individu het beste is, dus heb je nog vragen of wil je meer info bel dan eens een oefentherapeut bij je in de buurt : www.vvocm.nl