Berichten

Herstel na total hipoperatie

Regelmatig zie ik mensen bij mij in de praktijk die een nieuwe heup hebben gehad. Ze komen dan meestal bij mij met lage rugklachten wat maar niet over wil gaan.  Deze klachten worden over het algemeen veroorzaakt door een verstoorde balans in bekken- en rompspieren door jarenlang verkeerd lopen en door de operatie.

De week na de operatie volgt er altijd in het ziekenhuis de zogenaamde revalidatie die gericht is op het zo snel mogelijk zelf redzaam zijn. Meestal volgen er dan nog enkele weken wat krachttraining en dan moet het klaar zijn. Hoe die spieren weer moeten gaan samenwerken en hoe de aangeleerde houding door de heupklachten moet verdwijnen wordt meestal niet getraind. En dan gaat het vaak mis.

Ik ga met deze mensen eerst terug naar de basis. Hoe span je een buikspier aan en hoe strek je de rug. De samenwerking van buik-, rug- en bilspieren wordt bewust gemaakt en getraind in diverse houdingen. Het vertrouwen in het geopereerde been moet weer terugkomen zodat dat been ook meer gebruikt gaat worden. En zo kom je op de houding die weer op 2 benen  moet zijn en niet uitwijkend naar de sterke kant. Deze houding wordt dan weer toegepast bij alle dagelijkse houdingen en bewegingen, dus lopen, traplopen, maar ook bukken, tillen en zitten.

Naar mijn mening is revalidatie na een operatie aan het bewegingsapparaat tegenwoordig teveel gericht op snel herstel en niet op bewust herstel. Om klachten in de toekomst te voorkomen zou meer geïnvesteerd moeten worden in herstel van het hele lichaam en niet alleen trainen van het geopereerde lichaamsdeel. Oefentherapie kijkt altijd naar het hele lichaam en de samenwerking van de gewrichten en spieren in het dagelijks leven. Daarom is oefentherapie een logisch vervolg op revalidatie na een total hip.

Betere kwaliteit van leven

Een vrouw van begin 50 kwam bij me met een lange voorgeschiedenis aan lichamelijke klachten. Jarenlang rugpijn, slijtage, fybromyalgie, oftewel het hele lichaam deed zeer. Ze had al diverse therapieën gevolgd om de pijn te verminderen en dat hielp dan tijdelijk, maar de laatste tijd waren de klachten weer erg toegenomen. Van de reumatoloog moest ze oefentherapie proberen.

Tijdens de intake vraag ik altijd de klacht uit, maar ook de beperkingen in het dagelijks leven. Als pijn er altijd is krijgt dat ook alle aandacht. Als je dan vraagt welke beweging doet er pijn zal het antwoord vaak erg breed zijn. Als je vraagt naar de beperkingen in het leven kom je al tot een meer duidelijk beeld. Deze mevrouw voelde zich beperkt in het doen van haar huishouden en dan met name het stofzuigen. Ze wilde ook graag kunnen wandelen met haar vriendin maar hield dat de laatste tijd niet meer vol.

Bij het vormen van de hulpvraag en het vaststellen van het behandeldoel namen we deze handelingen als leidraad. We stelden als doel dat ze een kamer per dag kon stofzuigen en dat ze een half uur kon wandelen met haar vriendin.

We begonnen de therapie met ontspannen van de rugspieren, versterken van de rompspieren en het soepeler maken van rug en heupgewrichten. Dit was belangrijk om een goede basis te krijgen voor de volgende stap: het intrainen van dagelijkse houdingen en bewegingen. Door de bukbeweging uitgebreid te oefenen op een manier die zij vol kon houden kwamen we uiteindelijk uit bij het stofzuigen. Ook voor het lopen namen we letterlijk stap voor stap door waar ze op moest letten. Door veel herhaling werden de losse handelingen uiteindelijk één geheel.

Na enkele maanden was het doel behaald. Mevrouw gaf aan dat haar kwaliteit van leven stukken beter was geworden. Ze had nog steeds pijn, maar doordat ze meer kon ervaarde ze het anders en niet meer als belemmering. Ze kon het nu weer helemaal zelf aan.