Berichten

houdingstips voor kunstschilders

In Coevorden vindt dit jaar de recordpoging voor het langste schilderij van Nederland plaats. Een heel leuk initiatief waardoor veel kinderen en ouderen samen iets moois maken. Hieronder volgen wat tips voor je houding als je schildert op een doek:

1. Zet het werk op een hoogte zodat je arm tussen borst- en ooghoogte het meeste werk kan verrichten.

2. Sta op 2 benen, knieën niet doorgestrekt maar net iets van het slot en de rug recht met het borstbeen iets naar voren en omhoog geheven.

3. Houdt de schouders laag.

4. Houdt wat afstand van je werk. Het liefst zit je met je neus er bovenop waardoor je rug erg wordt gebogen. Door meer afstand te houden wordt het strekken makkelijker.

5. Werk niet te lang in 1 houding, wissel regelmatig af en neem pauzes. En dat is best moeilijk als je enthousiast ergens mee begonnen bent.

 

Ik wens iedereen veel succes. Voor meer info kijk op de site van het langste schilderij van Nederland

houdingstips bij wandelen

Wandelen is een sport die voor veel mensen goed vol te houden is. Je hebt geen piekbelasting en de conditie wordt toch getraind. Het buiten zijn geeft rust in het hoofd en van de frisse lucht knap je altijd weer op. Maar toch kan het soms pijnlijk zijn in de rug of knieën en dat kan worden veroorzaakt door een onjuiste houding. Waar moet je op letten als je gaat wandelen?

Ten eerste natuurlijk goede schoenen. Als je een stevige wandeling wilt maken doe je dat het best op goede schoenen zonder hakken. Er zijn speciale schoenen tegenwoordig met lichte rondingen in de zool, maar ook op een goed sluitende dagelijkse schoen kan je je wandeling maken.

Dan de houding. Probeer de stap niet te groot te maken. Dan kan je goed neerkomen op de voet zodat de veerkracht van de schoen, voet en knie zo goed mogelijk gebruikt wordt. Deze veerkracht werkt alleen als je de knie niet doorstrekt en dat lukt dus alleen met de niet te grote stap. Strek de rug door het borstbeen schuin naar voren en iets omhoog te heffen, net als bij het staan (zie andere blog over staan). Zwaai tijdens het lopen de armen goed mee en let erop dat je de voeten goed optilt.Loop in je eigen tempo, te snel of te langzaam werkt vaak overbelastend. Dus als je samen met iemand wilt lopen zoek dan iemand die ongeveer dezelfde beenlengte heeft dan is de stapgrootte en het tempo ook vaak gelijk.

Het is even oefenen, maar als je de slag te pakken hebt zal je merken dat deze manier van lopen de minste energie kost.

goed staan, hoe moet dat?

We staan dagelijks op verschillende manieren. Je staat bijvoorbeeld te wachten, of met iemand te kletsen, sommige mensen hebben een staand beroep of wel op één plek of in beweging. Maar lopen is ook een vorm van staan, namelijk staan in voortgang.

De volgende basisprincipes komen terug in alle vormen van staan.

De voeten staan ter breedte van het bekken en wijzen recht naar voren of heel licht naar buiten: zo heb je de benen recht onder je heupgewrichten staan en is de belasting in die heupen zo goed mogelijk verdeeld. De bilspieren kunnen op deze manier optimaal steun geven.

De knieën staan ‘los’, oftewel niet helemaal doorgestrekt naar achter met net een beetje wiebelig: zo gebruik je de bovenbeenspieren om je gewicht te dragen en komt dat gewicht niet in de kniegewrichten te hangen.

De rug maak je lang door je borstbeen iets schuin naar voren en licht omhoog te heffen. Ga vooral niet met gekanteld bekken staan, zo zet je alles vast: op deze manier kan je optimaal de hele rugspier gebruiken om je rug te dragen. De zwaartekracht die altijd op het lichaam werkt wordt zo optimaal verdeeld. De buikspieren spannen vanzelf aan en geven zo ook steun.

Het hoofd maak je lang door je kruin richting plafond te duwen, de neus wijst recht naar voren: zo verdeel je de druk in nek over de hele nekspier en hangt het hoofd niet voor de nek.

Het hele lichaam leunt tegen de bal van de voet aan, dus je voelt de druk in je voeten tegen de bal van de voet en niet in de hielen: zo gebruik je het hele steunvlak waar het lichaam op rust en is het lichaam in balans.

Het intrainen van een goede houding leer je niet zo maar (zie mijn vorige verhaal), maar door dit regelmatig te oefenen bijvoorbeeld onder de douche, tijdens het tandenpoetsen of koken, wordt het je steeds meer eigen.

Lukt het niet dan op naar de oefentherapeut!

Hoe verander je een houding?

Iedereen weet dat een goede houding belangrijk is, en ook wel hoe het anders moet, maar hoe train je dat nu in? Als je rechtop gaat zitten kan je dat meestal een minuutje volhouden, maar dan is het ook wel weer over. Het gaat zeer doen en het voelt niet fijn. En iedereen weet dat je moet bukken met gebogen knieën en een rechte rug maar dat is best moeilijk.

Oefentherapie wordt ook wel houdingstherapie genoemd. Een oefentherapeut is gespecialiseerd in het aanleren en intrainen van een goede houding. Wat een goede houding is ga ik later nog een keer uitleggen. Hoe je een goede houding intraint gaat volgens het volgende principe: het motorisch leerproces.

Eerst moet je bewust worden van de houding die je nu hebt. In onze praktijk gaan we daarom vaak voor de spiegel staan en kijken bij bijvoorbeeld een bukbeweging naar de stand van benen, bekken, rug en hoofd. Als je bewust bent kan je ook veranderen. Dit train je eerst met enkelvoudige bewegingen/oefeningen. Dus eerst buikspieroefeningen om te leren hoe je die moet gebruiken, en een bekkenkanteling om te voelen hoe je met het bekken kan bewegen.

De volgende stap is het trainen van meervoudige bewegingen. Dus je gaat combinaties maken. Bijvoorbeeld zittend met een rechte rug naar voren gaan om bewust te worden van de bewegingsmogelijkheid en de samenwerking van de spieren die hiervoor nodig zijn. Daarna ga je staand verder met de bukbeweging in zijn geheel. Je traint heel bewust en gericht en maakt hier variaties op. Thuis ga je dit toepassen in eenvoudige situaties, zodat je jezelf helemaal kan concentreren op die ene beweging.

De laatste fase is het automatisme. De basisbeweging moet nu geïntegreerd zijn in je systeem. Dit kan je oefenen door dagelijkse situaties na te bootsen, bewegingen complexer te maken of er meer snelheid in te brengen.

Het doorlopen van dit proces kost tijd. Daarom is een goed resultaat bij oefentherapie niet haalbaar in 6 behandelingen, maar zijn er gemiddeld 12 tot 15 keer voor nodig verdeeld over circa 5 maanden.

In het kort komt het op het volgende neer:

Eerst ben je onbewust onbekwaam. (je weet niet wat je verkeerd doet)

Dan word je bewust onbekwaam. (je weet inmiddels wat je verkeerd doet maar weet nog niet hoe te verbeteren)

Daarna volgt bewust bekwaam. ( je kan door erbij na te denken de houding op de juiste manier uitvoeren)

En als het klaar is ben je onbewust bekwaam. (zonder nadenken zit de juiste houding in je systeem)

 

 

van verlegen naar zelfvertrouwen

Een meisje van 16 jaar oud kwam samen met haar moeder bij me in verband met lage rugklachten. Haar moeder vertelde wat eraan de hand was en het meisje zat er wat in elkaar gedoken naast, mij niet aankijkend, de blik naar de grond gericht.

Tijdens het onderzoek zag ik wat wij noemen een inactieve houding. Knieën overstrekt, holle onderrug, teveel gebogen bovenrug en het hoofd naar voren. Ze verborg haar gezicht achter lang, sluik haar.

We begonnen eerst met spierversterkende oefeningen, maar al gauw namen we plaats voor de spiegel en liet ik haar het verschil zien tussen háár houding en een goede houding. Ik vroeg haar wat ze zag en hoe de andere houding voelde en ze was verbaasd hoe mooi dat eruit zag.

We namen de zithouding door, het staan, schrijven, bukken en in de loop van de behandelingen kwam er een verandering in haar. Ze begon meer te praten, keek me aan, droeg haar haar in een staart en langzaam aan rechtte haar rug en trokken de schouders wat naar achter. De rugklachten waren inmiddels verdwenen en ze was sterker geworden. Tijdens de laatste behandeling gaf ze aan dat ze nu bij het uitgaan niet meer in een hoekje stond, maar op mensen af durfde te stappen en zelfs een plekje op de dansvloer had opgezocht.

Duidelijker kan het niet zijn: lichaam en geest is een eenheid. En zo is de behandelwijze oefentherapie ook.