Berichten

Wat wel en niet bij incontinentieklachten

Vrouwen die last hebben van (licht) urineverlies gaan vaak zelf op zoek naar oplossingen. Dit zijn niet altijd de meest verstandige, maar als leek weet je vaak niet beter. Daarom in dit stukje wat je beter wel en wat je beter niet kan doen.

 

Wat niet:

  • druppeltjes plassen : vroeger heeft men bedacht dat je de bekkenbodem goed kan trainen door tijdens het plassen steeds even te stoppen. Je traint zo inderdaad de bekkenbodem, maar verhoogt ook de kans op een blaasontsteking, omdat je op deze manier niet goed uitplast. Niet doen dus!
  • de hele dag de bekkenbodem aanspannen: van veel spanning maken wordt een spier niet sterker, maar eerder te gespannen en overbelast. Hierdoor neemt de controle over die spier juist af.
  • vaak naar de wc gaan: door al te gaan plassen voordat je de prikkel krijgt dat de blaas vol is maak je de blaas lui. Zo wordt de controle steeds minder en zal er juist vaker urineverlies zijn.
  • de hele dag inlegkruisjes dragen: door het dragen van inlegkruisjes ontstaat er een ‘broeierig klimaat’ in het ondergoed. Hierdoor neemt de kans op infecties toe.

Wat wel:

  • uitstellen van het plassen: als je gaat zitten omdat je moet plassen kan je proberen de plas even uit te stellen, daarna ontspan je helemaal en plas je goed uit. Zo voel je goed waar de bekkenbodemspieren zitten en hoe je goed moet aan- en ontspannen.
  • alleen plassen wanneer het echt nodig is. Ben je thuis stel het plassen dan na de eerste prikkel nog even uit. Zo train je de bekkenbodem en blaas in het uitstellen en als het mislukt kan je makkelijk even verschonen.
  • verschoon het ondergoed vaak en draag katoenen broekjes. Zo houdt je de kans op infecties het kleinst.
  • bekkenbodemtraining bestaat uit het op de juiste manier aanspannen, maar ook ontspannen van de bekkenbodem. Hierbij doen de buik- en bilspieren niet heel actief mee. Ook duurtraining  is belangrijk, dus een aantal tellen aanspannen en dan heel bewust weer ontspannen.

Ga voor advies naar de bekkenoefentherapeut. Daar train je de bekkenbodem op een goede manier. Ook leer je over de invloed van de houding en de spieren in de rest van het lichaam op de bekkenbodem en train je het lichaam weer in balans.

Urineverlies is niet gewoon

Volgens de cijfers die bekend zijn bij de huisartsen heeft 5-7% van de vrouwen dagelijks urineverlies, en zelfs 14% van de vrouwen boven de 65 jaar. Dit lijkt al best veel, maar de werkelijke cijfers liggen vast veel hoger. Tegenwoordig vinden veel vrouwen het normaal dat je wel eens een druppel verliest, of dat je moet sporten met maandverband in. Als je kinderen hebt gekregen hoort dat er gewoon bij wordt vaak gedacht. Voor dit soort klachten gaat men niet zo snel naar de huisarts, want het is best moeilijk om over te praten. In deze tijd zijn er nog weinig taboes wat gespreksonderwerpen met vriendinnen onder elkaar betreft, maar urineverlies, nee, daar heb je het niet over.

Terwijl er zeker wat aan te doen is. Met de juiste training, begeleiding en discipline hoef je geen inlegkruisje of maandverband meer te gebruiken bij het hardlopen. Dan kan je lekker op de trampoline met je kinderen, of een flinke lachbui krijgen met je vriendinnen.

Zoals ik al in een eerder stuk heb beschreven is bekkenbodemtraining voor en na de zwangerschap erg belangrijk. En zoals je de buikspieren moet blijven trainen om een beetje in vorm te blijven, en je conditietraining moet blijven doen om het op peil te houden, is bekkenbodemtraining ook iets wat je moet blijven doen om de kracht op peil te houden.

Alleen de vraag is hoe doe je dat nou. Veel vrouwen zijn gefocust op het aanspannen en vergeten dat het loslaten van een spier ook bij training  en beheersing hoort. Als de bekkenbodem te gespannen is kan je dezelfde problemen krijgen als bij een te slappe bekkenbodem. Meestal wordt er dan alleen maar meer aangespannen en zo blijf je in een cirkel van verkeerd gebruik.

In mijn praktijk geef ik gerichte training in het aan- en ontspannen van de bekkenbodem. Dit in combinatie met de ademhaling en het verbeteren van de houding, want dit alles heeft invloed op elkaar. De laatste tijd raad ik hierbij ook de epino aan, omdat je met dit hulpmiddel zeer duidelijk kan zien wat je doet en je training meetbaar wordt.

Urineverlies is niet gewoon, je moet er alleen wel wat voor doen.

Het belang van bekkenbodemtraining

De bekkenbodem is een spiergroep in het lichaam waar weinig over wordt gepraat. Iedereen vindt het normaal om na een bevalling flink de buikspieren weer te trainen en om wekelijks in de sportschool aan de conditie van het lichaam te werken. Maar de spiergroep die het pas echt zwaar te verduren heeft gehad tijdens de zwangerschap en natuurlijk vooral tijdens de bevalling wordt wellicht enkele weken getraind en daarna snel maar weer vergeten. Totdat je tijdens datzelfde sporten enkele druppeltjes gaat verliezen. Het lijkt door de reclame van incontinentiemateriaal alsof druppelverlies een normaal iets is, maar er is heel goed wat aan te doen. Het liefst trainen tijdens de zwangerschap (het komt altijd aan bod in mijn zwangerschapscursussen), meteen na de bevalling pak je die training weer op. En heb je dat allemaal niet gedaan dan is het zeker niet te laat. Al ben je 80, een bekkenbodem is te trainen.

Iedereen die is bevallen weet wat een geweld er op de bekkenbodem komt. En iedereen die nog moet bevallen vindt dat nu net iets om vooral niet over na te denken. Feit is dat tijdens de bevalling micro-scheurtjes ontstaan in de bekkenbodemspieren. Dit is een natuurlijk proces, het hoort erbij. De bekkenbodem zal na een bevalling nooit meer zo veerkrachtig worden als ervoor, maar goed, er zijn ook weinig vrouwen die de buik weer net zo strak krijgen als ervoor. Maar die buik wordt getraind en daardoor trekt alles strakker en wordt je beloond met meer steun naar de rug. En zo is het dus ook met de bekkenbodem.

Trainen en blijven trainen, net als de rest van je lichaam. En weet je niet hoe, dan ben je altijd welkom bij de bekken(oefen)therapeut.

houdingstips bij het omgaan met je baby

Als je net bent bevallen gaat meestal al je aandacht naar dat hele mooie, kleine wondertje. Uren kan je ernaar kijken en uren ben je er druk mee. Je leeft van voeding naar voeding en tussendoor moet het huishouden gebeuren en komen er visites. Aandacht voor jezelf schiet er vaak bij in. Totdat ineens de rugpijn opspeelt, of er ineens schouderklachten ontstaan. Vaak gebeurt dit doordat je lichaam door de zwangerschap en bevalling verzwakt is en je belasting behoorlijk piekt. Kracht en belasting zijn dan niet in balans. Met de volgende tips blijft de belasting wat lager en train je de belastbaarheid. Zo kan je vervelende pijn voorkomen.

 

1. Voeden: of je nu fles- of borstvoeding geeft wissel links en rechts altijd af. Zowel voor je kind als voor jezelf is dit beter, omdat je zo beide kanten evenveel belast en je kind zo geen voorkeurshouding krijgt. Zorg dat je in een stevige stoel zit of achter in de bank met een goede steun in de rug. Een kussen onder de arm waar je kindje op ligt hoort zo hoog te zijn dat je wel steun hebt maar niet met de schouder omhoog zit. Neem de tijd om je voedingshouding aan te nemen, ook al heeft je kleine erge honger. Als jij goed zit, ligt je baby ook comfortabeler. Tijdens het voeden kan je zelf je bekkenbodemspieren optrekken en weer loslaten, heb je die ook weer getraind.

2. Maxicosy: draag de maxicosy zoveel mogelijk met 2 handen voor je, de schouders laag, de rug recht. Of met één arm gebogen, het hengsel rust in de elleboog en met de andere hand hou je het hengsel stevig vast. Als je de maxicosy in de auto zet plaats je eerst je voet in de auto of op de dorpel, daarna buk je voorover. Let altijd bij het optillen van de maxicosy op je schouders, til met je armen en niet met je schouders.

3. Bed/box: Buk voorover met gebogen knieën en een zo recht mogelijke rug. Zet je voeten in de bukrichting. Soms is het dus handiger om schuin naast het bed te staan. Wordt je kleintje al groter en kan hij of zij al staan dan altijd vragen of ze dat willen doen, dat scheelt je een enorme diepte.

4. Luier verschonen: de commode is een fantastische uitvinding. Alles bij de hand en de goede hoogte. Maar in de huiskamer heb je die niet en dan wordt het al snel op de grond of op de bank. Het meest ideaal is een extra verschoningskussen in de huiskamer die je op tafel legt als het nodig is. Is de tafel ongeschikt dan het liefst op de bank. Je gaat op 1 knie en met 1 voet stevig voor je naast de bank zitten en zo heb je jezelf op de juiste werkhoogte. Kan het niet anders dan op de grond, neem dan ook altijd de knielhouding aan.

 

Heb je enkele weken na je bevalling toch klachten vraag dan de oefentherapeut om hulp www.cesarcoevorden.nl

Lekker in je vel !

Zo’n twee jaar geleden volgde ik de scholing voor bekkenklachten bij zwangerschap en bekkenbodemproblemen. De informatie die ik daar kreeg over wat een bevalling allemaal met je lichaam doet zette me wel aan het denken. Sinds die scholing hamer ik bij elke zwangere dame erop dat ze vooral na de bevalling de training van de bekkenbodem oppakt.

De meeste jonge moeders gaan na de bevalling weer aan het hardlopen of fitness. De kilo’s moeten er zo snel mogelijk van af. Maar wat ze niet weten is dat de bekkenbodem steeds slapper wordt als je het overbelast. Dus als je die niet bewust traint werkt het oppakken van het sporten averechts op de bekkenbodem. En echt, druppeltjes verliezen tijdens het sporten of lachen is echt niet iets wat erbij hoort, er is iets aan te doen.

Daarom ben ik vorig jaar gestart met de Lekker-in-je-vel lessen.Vanaf 6 weken na de bevalling tot wanneer men maar wil wordt er wekelijks gewerkt aan bekkenbodemspieren, buikspieren, conditie, maar ook trainen we hoe je je kindje het beste kan optillen, welke voedingshoudingen het minst belastend zijn en geef ik schoonmaaktips wat de houding betreft. De kinderen komen mee dus we hebben direct oefenmateriaal!

Dus begin na een bevalling weer met trainen in het klein en bouw het rustig aan op en vergeet vooral die bekkenbodem niet.