houdingstips bij wandelen

Wandelen is een sport die voor veel mensen goed vol te houden is. Je hebt geen piekbelasting en de conditie wordt toch getraind. Het buiten zijn geeft rust in het hoofd en van de frisse lucht knap je altijd weer op. Maar toch kan het soms pijnlijk zijn in de rug of knieën en dat kan worden veroorzaakt door een onjuiste houding. Waar moet je op letten als je gaat wandelen?

Ten eerste natuurlijk goede schoenen. Als je een stevige wandeling wilt maken doe je dat het best op goede schoenen zonder hakken. Er zijn speciale schoenen tegenwoordig met lichte rondingen in de zool, maar ook op een goed sluitende dagelijkse schoen kan je je wandeling maken.

Dan de houding. Probeer de stap niet te groot te maken. Dan kan je goed neerkomen op de voet zodat de veerkracht van de schoen, voet en knie zo goed mogelijk gebruikt wordt. Deze veerkracht werkt alleen als je de knie niet doorstrekt en dat lukt dus alleen met de niet te grote stap. Strek de rug door het borstbeen schuin naar voren en iets omhoog te heffen, net als bij het staan (zie andere blog over staan). Zwaai tijdens het lopen de armen goed mee en let erop dat je de voeten goed optilt.Loop in je eigen tempo, te snel of te langzaam werkt vaak overbelastend. Dus als je samen met iemand wilt lopen zoek dan iemand die ongeveer dezelfde beenlengte heeft dan is de stapgrootte en het tempo ook vaak gelijk.

Het is even oefenen, maar als je de slag te pakken hebt zal je merken dat deze manier van lopen de minste energie kost.

tips voor op reis

Als je met vakantie gaat moet je natuurlijk altijd eerst op reis. Vooral een lange zit in auto, bus of vliegtuig kan de nodige lichamelijke klachten geven. Hieronder volgen tips wat je kan doen om de doorbloeding van de spieren op peil te houden en stijfheid te voorkomen.

  • Met de auto of de bus: * Natuurlijk is het belangrijk dat je om de 2 uur even de auto uit gaat. Even tanken, een broodje eten, naar het toilet, maar ook als dat allemaal niet nodig is dan vindt het lichaam het wel prettig om even in beweging te komen. Wat kan je doen: een rondje om de auto lopen, kniebuigingen maken (begin klein en ga steeds iets dieper), knieheffen, armen zwaaien van voor naar achter, de armen groot cirkelen, even helemaal gehurkt zitten en je helemaal klein maken daarna strek je jezelf helemaal uit met je handen in de lucht. Met kinderen kan je eventueel op een klein veldje tikkertje doen, word je weer helemaal fris van en de kinderen zijn de energie even kwijt. * Ben je onderweg en kan je er niet uit om te bewegen dan is een bekkenkanteling altijd lekker voor de rug. Trek de buik in en druk de onderrug in de stoel en maak de onderrug daarna iets hol door de buik naar voren te duwen. Voor de nek is het lekker om het hoofd tegen de hoofdsteun te laten rusten en links en rechts te draaien met het hoofd. Ook schoudercirkels, voetcirkels en handcirkels houden de doorbloeding op gang.

 

 

  • Met het vliegtuig: Lopen in het vliegtuig is alleen voor nood. Als je naar het toilet moet of echt niet meer kan zitten dan loop je heen en weer, maar echt handig is het niet. Dus moet de beweging zittend in de stoel plaatsvinden. * Voor de voeten: trek de tenen op, zet weer neer en trek de hielen op, zo zet je de spierpomp aan het werk om vocht af te voeren.Cirkel de voeten in de enkels, buig je tenen en strek ze weer, maak kleine stapjes op de plaats, allemaal goed voor de doorbloeding. *Voor de rug: bekkenkantelen, trek de buik in, druk de onderrug tegen de leuning en laat weer los, buig de rug naar voren steunend met je ellebogen op de bovenbenen en kom weer op, maak kleine zijwaartse bewegingen vanuit de bovenrug. * Voor de schouders en nek:  cirkel de schouders naar achter, breng de schouders naar voor en achter, draai het hoofd kleine stukjes links en rechts, buig het hoofd kleine stukjes opzij, buig het hoofd naar voren.

En als je dan op de plaats van bestemming bent rek je jezelf even lekker helemaal uit en dan kan het grote genieten gaan beginnen!

Dit bericht uitprinten, mee in de handbagage en gebruiken wanneer nodig. Fijne vakantie!

goed staan, hoe moet dat?

We staan dagelijks op verschillende manieren. Je staat bijvoorbeeld te wachten, of met iemand te kletsen, sommige mensen hebben een staand beroep of wel op één plek of in beweging. Maar lopen is ook een vorm van staan, namelijk staan in voortgang.

De volgende basisprincipes komen terug in alle vormen van staan.

De voeten staan ter breedte van het bekken en wijzen recht naar voren of heel licht naar buiten: zo heb je de benen recht onder je heupgewrichten staan en is de belasting in die heupen zo goed mogelijk verdeeld. De bilspieren kunnen op deze manier optimaal steun geven.

De knieën staan ‘los’, oftewel niet helemaal doorgestrekt naar achter met net een beetje wiebelig: zo gebruik je de bovenbeenspieren om je gewicht te dragen en komt dat gewicht niet in de kniegewrichten te hangen.

De rug maak je lang door je borstbeen iets schuin naar voren en licht omhoog te heffen. Ga vooral niet met gekanteld bekken staan, zo zet je alles vast: op deze manier kan je optimaal de hele rugspier gebruiken om je rug te dragen. De zwaartekracht die altijd op het lichaam werkt wordt zo optimaal verdeeld. De buikspieren spannen vanzelf aan en geven zo ook steun.

Het hoofd maak je lang door je kruin richting plafond te duwen, de neus wijst recht naar voren: zo verdeel je de druk in nek over de hele nekspier en hangt het hoofd niet voor de nek.

Het hele lichaam leunt tegen de bal van de voet aan, dus je voelt de druk in je voeten tegen de bal van de voet en niet in de hielen: zo gebruik je het hele steunvlak waar het lichaam op rust en is het lichaam in balans.

Het intrainen van een goede houding leer je niet zo maar (zie mijn vorige verhaal), maar door dit regelmatig te oefenen bijvoorbeeld onder de douche, tijdens het tandenpoetsen of koken, wordt het je steeds meer eigen.

Lukt het niet dan op naar de oefentherapeut!

Hoe verander je een houding?

Iedereen weet dat een goede houding belangrijk is, en ook wel hoe het anders moet, maar hoe train je dat nu in? Als je rechtop gaat zitten kan je dat meestal een minuutje volhouden, maar dan is het ook wel weer over. Het gaat zeer doen en het voelt niet fijn. En iedereen weet dat je moet bukken met gebogen knieën en een rechte rug maar dat is best moeilijk.

Oefentherapie wordt ook wel houdingstherapie genoemd. Een oefentherapeut is gespecialiseerd in het aanleren en intrainen van een goede houding. Wat een goede houding is ga ik later nog een keer uitleggen. Hoe je een goede houding intraint gaat volgens het volgende principe: het motorisch leerproces.

Eerst moet je bewust worden van de houding die je nu hebt. In onze praktijk gaan we daarom vaak voor de spiegel staan en kijken bij bijvoorbeeld een bukbeweging naar de stand van benen, bekken, rug en hoofd. Als je bewust bent kan je ook veranderen. Dit train je eerst met enkelvoudige bewegingen/oefeningen. Dus eerst buikspieroefeningen om te leren hoe je die moet gebruiken, en een bekkenkanteling om te voelen hoe je met het bekken kan bewegen.

De volgende stap is het trainen van meervoudige bewegingen. Dus je gaat combinaties maken. Bijvoorbeeld zittend met een rechte rug naar voren gaan om bewust te worden van de bewegingsmogelijkheid en de samenwerking van de spieren die hiervoor nodig zijn. Daarna ga je staand verder met de bukbeweging in zijn geheel. Je traint heel bewust en gericht en maakt hier variaties op. Thuis ga je dit toepassen in eenvoudige situaties, zodat je jezelf helemaal kan concentreren op die ene beweging.

De laatste fase is het automatisme. De basisbeweging moet nu geïntegreerd zijn in je systeem. Dit kan je oefenen door dagelijkse situaties na te bootsen, bewegingen complexer te maken of er meer snelheid in te brengen.

Het doorlopen van dit proces kost tijd. Daarom is een goed resultaat bij oefentherapie niet haalbaar in 6 behandelingen, maar zijn er gemiddeld 12 tot 15 keer voor nodig verdeeld over circa 5 maanden.

In het kort komt het op het volgende neer:

Eerst ben je onbewust onbekwaam. (je weet niet wat je verkeerd doet)

Dan word je bewust onbekwaam. (je weet inmiddels wat je verkeerd doet maar weet nog niet hoe te verbeteren)

Daarna volgt bewust bekwaam. ( je kan door erbij na te denken de houding op de juiste manier uitvoeren)

En als het klaar is ben je onbewust bekwaam. (zonder nadenken zit de juiste houding in je systeem)

 

 

en soms werkt het ook niet….

Bij 85% van de mensen die bij mij in de praktijk komt heeft oefentherapie goed tot zeer goed effect. Er is dus ook een groep mensen waarbij oefentherapie niet werkt. Dit kan verschillende oorzaken hebben.

De laatste jaren komt het steeds vaker voor dat mensen niet voldoende verzekerd zijn. Als ze daardoor maar 5 of 6 keer kunnen komen terwijl ze eigenlijk minstens 12 keer nodig zouden hebben dan werkt oefentherapie inderdaad niet voldoende.

Er zijn ook mensen waar oefentherapie niet bij past. Ze oefenen niet thuis en passen het geleerde wat houdingstraining betreft niet toe. Oefentherapie vraagt zeker discipline en het is een actieve therapie. Je moet enkele maanden tijd investeren en elke dag bewust met oefeningen en houding bezig gaan. Het resultaat is er dan ook naar, maar voordat je dat resultaat hebt moet je er dus wel wat aan doen.

En er zijn ook de mensen waar soms wat anders aan de hand is dan in eerste instantie het geval lijkt. Zoals bijvoorbeeld een mevrouw die kwam voor rugklachten. Alles leek erop dat het werd veroorzaakt door verkeerd spiergebruik. Na 8 behandelingen was er wat de pijn betreft nog niks veranderd. Ik heb haar daarom terug verwezen naar de huisarts en uiteindelijk bleek er een cyste aan de eierstok te zijn.

Natuurlijk loop ik ook wel eens vast in de behandeling. Gelukkig kan je door samen te werken met andere disciplines een cliënt dan toch goed en optimaal helpen. Een vrouw met ernstige rug- en beenklachten kon ik niet op weg helpen, omdat er een fikse blokkade van het SI-gewricht was. Na een aantal keer bij de chiropractor was het bekken weer mobiel en konden we de spierbalans weer gaan trainen. Uiteindelijk behaalden we toch het gewenste resultaat.

Kun je ook nog naar mijn fietshouding kijken?

Bovenstaande vraag kreeg ik van een zeer sportieve cliënt. Hij was bij mij onder behandeling geweest voor schouder- en bovenrugklachten. Deze klachten waren met oefeningen en houdingstraining over gegaan.

Hij was een fanatieke fietser. Zowel op de mountainbike als op de racefiets waren afstanden van 100 km voor hem goed te doen. Alleen op de racefiets kreeg hij al na een kilometer of 20 last van zijn onderrug. Hij dacht zelf dat het aan zijn houding lag op de fiets of aan de fiets zelf. De vraag was dus of ik daar eens naar wilde kijken.

De dag dat we hadden afgesproken regende het behoorlijk. Toen ik mijn wachtkamer inliep stond meneer daar in fietstenue met de fiets in zijn hand. (Ik heb mijn praktijk op de eerste verdieping, dus ik moest er wel even om lachen.) De fiets ging natuurlijk mee de praktijkruimte in en gesteund door een stoel ging hij erop zitten in de fietshouding.

Na analyseren van de houding kwamen we tot de conclusie dat de zadelhoogte goed was, dat zijn onderrug teveel gebogen was en dat zijn stuur te dichtbij stond. Met het advies om het bekken heel licht naar voren te kantelen en eens te testen op een fiets met een iets groter frame ging hij zeer tevreden weer naar huis. De terugkoppeling moet nog komen maar ik verwacht dat hij na aanschaf van een fiets op zijn maat en het letten op de stand van de onderrug weer lange fietsritten zal kunnen maken.

Toen hij weg was bleef ik maar glimlachen. Wat is mijn werk toch leuk en afwisselend. Een fiets in de praktijk… als iemand vraagt om te kijken naar zijn autohouding ga ik toch maar mee naar buiten…regen of niet!

Had mijn man toch gelijk

Een meneer die ik voor hoofdpijn behandelde vertelde over zijn vrouw die al zeker 10 jaar ook hoofdpijnklachten had. Ze vond het inmiddels normaal elke dag last te hebben en als het te gek werd nam ze een hete douche, flink wat pijnstillers en dan ging het weer wat beter. Ze had er nog nooit wat mee gedaan, therapie zou toch niet helpen. Omdat hij zelf goed resultaat had kon hij haar uiteindelijk overhalen om geheel vrijblijvend een keer bij mij langs te komen.

Na een intake gesprek en een lichamelijk onderzoek was duidelijk dat de spierspanningshoofdpijn geen psychische factor had. Haar houding was best netjes, maar onbewust maakte ze een enorme spierspanning in haar nek- en schouderspieren. We begonnen daarom de eerste behandeling met diverse ontspanningsoefeningen voor nek en schouders om de doorbloeding van de spieren beter op gang te krijgen. De tweede behandeling namen we de zithouding door en oefeningen die ze makkelijk tussendoor even kon doen.

De derde behandeling kwam ze met een grote glimlach binnen. Voor het eerst in al die jaren had ze enkele halve dagen geen hoofdpijn gehad. Ze wist niet wat haar overkwam. Super gemotiveerd ging ze weer verder met de therapie. En de vraag kwam of ik misschien ook iets voor haar heup kon doen. Daar had ze eigenlijk ook al jaren last van, maar had dat ook nog nooit aan iemand verteld.

Toen ze wegging draaide ze zich om en zei: “Had mijn man toch gelijk, maar niet door vertellen hoor!”

van angstig naar vrolijk meisje

Een meisje van tien jaar kwam samen met haar moeder bij mij in de praktijk. Op de verwijzing van de huisarts stond als diagnose hyperventilatie. Het meisje had zomaar ineens last van angstaanvallen waarbij ze benauwd werd, het zweet haar uitbrak en ze licht in het hoofd werd. Meestal had ze dat in drukke of warme ruimtes. Ze wist niet goed wat ze ermee aan moest en vond het erg eng. Uit het intake gesprek en de ingevulde vragenlijst over hyperventilatie kwam zeer duidelijk naar voren dat ze absoluut de symptomen van hyperventilatie had, maar zonder psychische factor. Ze was geen piekeraar en stond open in het leven.

Bij het onderzoek was te zien dat ze snel en oppervlakkig ademhaalde. De adembeweging was vooral hoog bij het borstbeen te zien. We begonnen daarom met bewustwordingsoefeningen. Door haar te laten voelen waar ze de ademhaling zelf plaatste en dat dat ook anders kon, kreeg ze meer controle. We oefenden de buikademhaling in verschillende houdingen en in verschillende situaties. Ik ging soms vlak voor haar neus staan of over haar heen hangen en het lukte haar steeds beter om in haar eigen rustige ademhaling te blijven.

Na 4 behandelingen kwam ze stralend binnen. Ze had geen aanval gehad de afgelopen week en het voelde heerlijk dat ze zelf controle had over haar ademhaling. Ze durfde weer naar drukkere verjaardagen en zelfs met het warme weer van die week had ze geen problemen gehad.

Soms is iets wat best moeilijk lijkt toch makkelijk op te lossen.

houdingstips bij het omgaan met je baby

Als je net bent bevallen gaat meestal al je aandacht naar dat hele mooie, kleine wondertje. Uren kan je ernaar kijken en uren ben je er druk mee. Je leeft van voeding naar voeding en tussendoor moet het huishouden gebeuren en komen er visites. Aandacht voor jezelf schiet er vaak bij in. Totdat ineens de rugpijn opspeelt, of er ineens schouderklachten ontstaan. Vaak gebeurt dit doordat je lichaam door de zwangerschap en bevalling verzwakt is en je belasting behoorlijk piekt. Kracht en belasting zijn dan niet in balans. Met de volgende tips blijft de belasting wat lager en train je de belastbaarheid. Zo kan je vervelende pijn voorkomen.

 

1. Voeden: of je nu fles- of borstvoeding geeft wissel links en rechts altijd af. Zowel voor je kind als voor jezelf is dit beter, omdat je zo beide kanten evenveel belast en je kind zo geen voorkeurshouding krijgt. Zorg dat je in een stevige stoel zit of achter in de bank met een goede steun in de rug. Een kussen onder de arm waar je kindje op ligt hoort zo hoog te zijn dat je wel steun hebt maar niet met de schouder omhoog zit. Neem de tijd om je voedingshouding aan te nemen, ook al heeft je kleine erge honger. Als jij goed zit, ligt je baby ook comfortabeler. Tijdens het voeden kan je zelf je bekkenbodemspieren optrekken en weer loslaten, heb je die ook weer getraind.

2. Maxicosy: draag de maxicosy zoveel mogelijk met 2 handen voor je, de schouders laag, de rug recht. Of met één arm gebogen, het hengsel rust in de elleboog en met de andere hand hou je het hengsel stevig vast. Als je de maxicosy in de auto zet plaats je eerst je voet in de auto of op de dorpel, daarna buk je voorover. Let altijd bij het optillen van de maxicosy op je schouders, til met je armen en niet met je schouders.

3. Bed/box: Buk voorover met gebogen knieën en een zo recht mogelijke rug. Zet je voeten in de bukrichting. Soms is het dus handiger om schuin naast het bed te staan. Wordt je kleintje al groter en kan hij of zij al staan dan altijd vragen of ze dat willen doen, dat scheelt je een enorme diepte.

4. Luier verschonen: de commode is een fantastische uitvinding. Alles bij de hand en de goede hoogte. Maar in de huiskamer heb je die niet en dan wordt het al snel op de grond of op de bank. Het meest ideaal is een extra verschoningskussen in de huiskamer die je op tafel legt als het nodig is. Is de tafel ongeschikt dan het liefst op de bank. Je gaat op 1 knie en met 1 voet stevig voor je naast de bank zitten en zo heb je jezelf op de juiste werkhoogte. Kan het niet anders dan op de grond, neem dan ook altijd de knielhouding aan.

 

Heb je enkele weken na je bevalling toch klachten vraag dan de oefentherapeut om hulp www.cesarcoevorden.nl

nuttige tijdbesteding in de file

Als je in de file staat moet je natuurlijk blijven opletten op het verkeer. Maar je kan ondertussen ook een kleine workout doen, daar blijf je goed wakker bij en het is nog nuttig ook.

 

1. Draai je hoofd naar links en rechts in een rustig tempo. Zo wordt je nek los en je ziet eens wat anders.

2. Buig je hoofd een klein stukje opzij. Weer lekker voor de nek. Let op, alleen doen als je stilstaat of heel langzaam rijdt, onbewust gaan de armen een beetje meedoen en dat stuurt zo zwabberig.

3. Trek je buik in, knijp de billen aan en laat los. Goed voor buik- en bilspieren!

4. Cirkel de schouders naar achter, begin groot en maak steeds kleiner, lekker ontspannend.

5. Knijp hard in het stuur, haal de kracht puur uit handen en onderarmen, en laat het stuur even los. Zo worden de onderarmen ook getraind.

6. Pak het stuur onderhands vast, schouders laag, rug recht. Trek aan het stuur en duw de ellebogen richting de rugleuning, en laat los. Voor de bovenarmen en bovenste rugspieren een lichte training. Vooral niet doen als je al heel sterk bent, geen idee of het stuur teveel trekkrachten kan hebben 😉

7. Buig vanuit je bovenrug naar opzij en trek daarbij de buik in. Je schuine buikspieren worden getraind en je achterbuurman/vrouw denkt dat je heel leuke muziek op hebt.

 

Zodra het verkeer weer wat op gang komt natuurlijk weer goed opletten. Aandacht bij het verkeer is belangrijker dan een training.