Het belang van bekkenbodemtraining

De bekkenbodem is een spiergroep in het lichaam waar weinig over wordt gepraat. Iedereen vindt het normaal om na een bevalling flink de buikspieren weer te trainen en om wekelijks in de sportschool aan de conditie van het lichaam te werken. Maar de spiergroep die het pas echt zwaar te verduren heeft gehad tijdens de zwangerschap en natuurlijk vooral tijdens de bevalling wordt wellicht enkele weken getraind en daarna snel maar weer vergeten. Totdat je tijdens datzelfde sporten enkele druppeltjes gaat verliezen. Het lijkt door de reclame van incontinentiemateriaal alsof druppelverlies een normaal iets is, maar er is heel goed wat aan te doen. Het liefst trainen tijdens de zwangerschap (het komt altijd aan bod in mijn zwangerschapscursussen), meteen na de bevalling pak je die training weer op. En heb je dat allemaal niet gedaan dan is het zeker niet te laat. Al ben je 80, een bekkenbodem is te trainen.

Iedereen die is bevallen weet wat een geweld er op de bekkenbodem komt. En iedereen die nog moet bevallen vindt dat nu net iets om vooral niet over na te denken. Feit is dat tijdens de bevalling micro-scheurtjes ontstaan in de bekkenbodemspieren. Dit is een natuurlijk proces, het hoort erbij. De bekkenbodem zal na een bevalling nooit meer zo veerkrachtig worden als ervoor, maar goed, er zijn ook weinig vrouwen die de buik weer net zo strak krijgen als ervoor. Maar die buik wordt getraind en daardoor trekt alles strakker en wordt je beloond met meer steun naar de rug. En zo is het dus ook met de bekkenbodem.

Trainen en blijven trainen, net als de rest van je lichaam. En weet je niet hoe, dan ben je altijd welkom bij de bekken(oefen)therapeut.

Strijken en de juiste houding

Eén van mijn minst favoriete bezigheden is strijken, maar het moet nu eenmaal gebeuren. Mensen met rugpijn of schouderklachten ervaren strijken vaak als belastend. Meestal is de houding niet helemaal goed of wordt er teveel kracht gezet.

De rug wordt teveel gebogen, de schouders opgetrokken en op de strijkbout wordt hard gedrukt. Vaak staan dan ook de knieën teveel gestrekt of hangt men op één been.

Hoe moet het u wel? Ten eerste de strijkplank op navelhoogte instellen (indien mogelijk natuurlijk). Ga stevig op beide benen staan en de knieën net een beetje los,dus niet strak naar achter. Strek de rug door het borstbeen iets schuin naar voren te heffen en houdt de schouders laag. Met de strijkbouten van tegenwoordig is kracht zetten niet nodig, laat de bout zelf het werk maar doen. De voeten hoeven niet stil te blijven staan, bij broeken of overhemden maak je kleine stapjes zijwaarts zodat je altijd zo dichtbij en recht voor als mogelijk is bij het werk staat.

Leg je strijkwerk niet te dichtbij, zorg dat je steeds stukjes moet lopen. Zo blijf je in beweging en is de neiging om te gaan hangen het kleinst.

Leuker kan ik het strijken niet maken….wel makkelijker! Succes!

Betere kwaliteit van leven

Een vrouw van begin 50 kwam bij me met een lange voorgeschiedenis aan lichamelijke klachten. Jarenlang rugpijn, slijtage, fybromyalgie, oftewel het hele lichaam deed zeer. Ze had al diverse therapieën gevolgd om de pijn te verminderen en dat hielp dan tijdelijk, maar de laatste tijd waren de klachten weer erg toegenomen. Van de reumatoloog moest ze oefentherapie proberen.

Tijdens de intake vraag ik altijd de klacht uit, maar ook de beperkingen in het dagelijks leven. Als pijn er altijd is krijgt dat ook alle aandacht. Als je dan vraagt welke beweging doet er pijn zal het antwoord vaak erg breed zijn. Als je vraagt naar de beperkingen in het leven kom je al tot een meer duidelijk beeld. Deze mevrouw voelde zich beperkt in het doen van haar huishouden en dan met name het stofzuigen. Ze wilde ook graag kunnen wandelen met haar vriendin maar hield dat de laatste tijd niet meer vol.

Bij het vormen van de hulpvraag en het vaststellen van het behandeldoel namen we deze handelingen als leidraad. We stelden als doel dat ze een kamer per dag kon stofzuigen en dat ze een half uur kon wandelen met haar vriendin.

We begonnen de therapie met ontspannen van de rugspieren, versterken van de rompspieren en het soepeler maken van rug en heupgewrichten. Dit was belangrijk om een goede basis te krijgen voor de volgende stap: het intrainen van dagelijkse houdingen en bewegingen. Door de bukbeweging uitgebreid te oefenen op een manier die zij vol kon houden kwamen we uiteindelijk uit bij het stofzuigen. Ook voor het lopen namen we letterlijk stap voor stap door waar ze op moest letten. Door veel herhaling werden de losse handelingen uiteindelijk één geheel.

Na enkele maanden was het doel behaald. Mevrouw gaf aan dat haar kwaliteit van leven stukken beter was geworden. Ze had nog steeds pijn, maar doordat ze meer kon ervaarde ze het anders en niet meer als belemmering. Ze kon het nu weer helemaal zelf aan.

Hoe veeg je zonder rugpijn te krijgen?

Veel mensen klagen over rug- of schouderpijn na het vegen van de straat. Net als bij stofzuigen wordt er teveel kracht gezet op de bezem met een gebogen rug. Met opgetrokken schouders wordt er flink op de bezem geduwd en als de straat dan mooi aan kant is doet de nek zeer, is er hoofdpijn of zijn er zere schouders.

Hoe moet het dan wel?

Hou de veegbeweging klein. Maak kleine stapjes voorwaarts of zijwaarts zodat je de kracht uit de benen kan halen.De rug blijft gestrekt en de schouders laag. Duw niet te hard op de bezem, hij doet zijn werk ook wel als je minder kracht zet. Bij vegen wordt er veel gevraagd van de schuine buikspieren voor stabiliteit naar het bekken. Merk je dat je ondanks een goede houding toch last krijgt van de rug of rond het bekken, dan komt dat meestal door te weinig kracht in de buikspieren. Span deze dan bewust aan tijdens het vegen of train ze regelmatig zodat ze sterker worden.

Hieronder zie je een demonstratie van de goede houding, kijk maar eens of je bovengenoemde punten terug ziet in de film:

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=1CFdAkkio7Y]

 

goede motorhouding

Heerlijk, het seizoen is begonnen, mooi weer komt er eindelijk aan dus eindelijk het al heel lang geleden beloofde stukje over de motorhouding.

Ten eerste zijn er natuurlijk verschillende soorten motoren en daarbij ook verschillende lichamelijke klachten. Bij de chopper rijders hoor je vaak klachten van de lage rug, bij de toerrijders de dove benen en armen en ook de lage rug, en bij de racers hoor je vaak klachten over nek en dove armen.

Waar let je op als chopper rijder: probeer niet teveel te hangen in de onderrug, dus strek vanuit het bekken de rug iets op. De schouders laag houden als je het stuur vasthoudt en regelmatig even een terrasje pakken om van houding te veranderen. Tijdens het rijden kan je het bekken af en toe licht voor- en achterover kantelen en verdeel de druk wisselend wat meer naar de armen en dan weer naar de billen.

De toerrijder: dit is de ideale motor voor een goede zithouding. Op een toermotor kan je de rug goed strekken vanuit het bekken, het bovenlichaam wat naar voren, de schouders laag en ontspannen het stuur vasthouden. Bij langere ritten regelmatig even het bekken kantelen of de benen strekken.

 

De racer: Een racemotor is er niet voor gemaakt om langzaam te rijden. Dat merk je in je nek en handen.

 

Als je teveel steunt op je armen knelt dat af waardoor je handen gaan tintelen. Door wat sneller te rijden heb je de steun van de wind. Belangrijk is wel dat je ook in deze houding de rug strekt met de borst licht vooruit. Zo komen de nek en rug in één lijn te staan waardoor er minder kans is op overbelasting en afknelling. En natuurlijk, als je echt hard gaat ga je meer achterop zitten en duik je zo iets achter je windscherm. Voor die houding verwijs ik je graag naar Valentino Rossi 😉

 

houdingstips voor kunstschilders

In Coevorden vindt dit jaar de recordpoging voor het langste schilderij van Nederland plaats. Een heel leuk initiatief waardoor veel kinderen en ouderen samen iets moois maken. Hieronder volgen wat tips voor je houding als je schildert op een doek:

1. Zet het werk op een hoogte zodat je arm tussen borst- en ooghoogte het meeste werk kan verrichten.

2. Sta op 2 benen, knieën niet doorgestrekt maar net iets van het slot en de rug recht met het borstbeen iets naar voren en omhoog geheven.

3. Houdt de schouders laag.

4. Houdt wat afstand van je werk. Het liefst zit je met je neus er bovenop waardoor je rug erg wordt gebogen. Door meer afstand te houden wordt het strekken makkelijker.

5. Werk niet te lang in 1 houding, wissel regelmatig af en neem pauzes. En dat is best moeilijk als je enthousiast ergens mee begonnen bent.

 

Ik wens iedereen veel succes. Voor meer info kijk op de site van het langste schilderij van Nederland

Voor je 40ste heb jij weer een hernia, zei de neuroloog…

Toen ik 15 was kwam ik met hevige rug- en beenklachten bij de neuroloog. Uit de CT-scan bleek dat ik een hernia had en het advies van hem was 6 weken rust (toen zeiden ze dat nog). Toen ik na die 6 weken op controle kwam ging het stukken beter met me. De neuroloog was enigszins verbaasd maar tevreden. Hij vertelde wel dat ik zeer zwak bindweefsel had en dat ik zeker voor mijn 40ste weer een hernia zou krijgen. En ik, eigenwijze 15-jarige zei: nee hoor, want ik word oefentherapeut.

Het zwakke bindweefsel uitte zich in diverse lichamelijke klachten. Maar met de kennis van de opleiding voor oefentherapie Cesar kon ik mezelf vaak goed helpen en de klachten onder controle krijgen. Het voordeel van die klachten is dat ik me goed kan verplaatsen in de mensen die bij me komen. Ik weet wat het is om oefeningen te moeten doen. Ik weet wat het is als je niet zo fanatiek kan sporten als je graag zou willen en dat je grenzen in de gaten moet houden. En ook weet ik wat het is als iets erg lang duurt voordat het over is.

Maar ik weet ook wat oefentherapie doet. Door beter gebruik van spieren en bewust zijn van je balans in belasting en belastbaarheid blijft je lichaam meer in evenwicht en kan je soms toch weer meer dan je dacht.

Die hernia die de neuroloog voorspelde heb ik nog niet gehad…..en gisteren ben ik 40 geworden 😉

 

oefentherapie en depressie

Mensen met een depressie of een burn-out hebben vaak ook lichamelijke klachten. Lichaam en geest is een eenheid en deze beïnvloeden elkaar wederzijds. Als je je geestelijk niet goed voelt zeg je vaak: ik zit niet lekker in mijn vel. Je kan teveel op de schouders hebben, het hoofd laten hangen of geen stap meer kunnen verzetten. Andersom werkt het ook. Door het lichaam aan het werk te zetten recht je de rug, zet je de schouders eronder en gaat het koppie op.

Regelmatig behandel ik mensen met dit soort klachten. Ze komen voor lage rugpijn, hoofdpijn of hyperventilatie, maar de achterliggende oorzaak is bijvoorbeeld een depressie. Door met het lichaam aan de gang te gaan in de vorm van krachttraining voor buik- en rugspieren, conditietraining of ontspanningsoefeningen voelt men zich weer anders. Moe worden van inspanning is heel wat anders dan moe worden van het moe zijn.

Met de oefeningen komt er ook weer een gevoel van controle terug. Je hebt zelf invloed op hoe je je voelt en dat voelt goed. Als je eenmaal de drempel genomen hebt van het in beweging komen wordt het steeds makkelijker. Even een wandeling of een stukje fietsen geeft energie en als het regent ren je een paar keer de trap op en neer.

Door het verbeteren en intrainen van een goede houding krijg je ook een ander gevoel. Als je de rug recht en het hoofd rechtop houdt sta je toch steviger in je schoenen. Door gedragsverandering krijg je een andere houding, lichamelijk maar uiteindelijk ook geestelijk.

Dus ook met een depressie of een burn-out aan de slag bij de oefentherapeut!

verschillende zithoudingen

Als ik met mensen in mijn praktijk de zithouding doorneem train ik altijd 3 verschillende zithoudingen. We zitten namelijk niet altijd op een zelfde soort stoel en niet altijd met hetzelfde doel. Belangrijk is dat je zithoudingen kan afwisselen, omdat het lichaam lang in één houding niet prettig vindt. Over het algemeen komt het neer op het volgende:

Zitten zonder leuning: Voor als je op een kruk zit, of voor op je stoel. Zet je voeten stevig op de grond met de knieën in een hoek van ongeveer 90 graden. Zo geven je benen de meeste steun voor je rug. Strek je rug door je borstbeen te heffen vanuit de bovenrug. Je komt nu voor je gevoel een beetje schuin naar voren te zitten. Maak de nek lang om het hoofd recht te krijgen en laat de schouders ontspannen hangen. Als het goed is voel je dat je een beetje voor op je billen zit, je voelt de rugspieren werken en het voelt een beetje overdreven. Begin dit te oefenen door vaak een halve minuut rechtop te zitten. Breidt het uit naar steeds vaker en langer.

Zitten in een stoel: De billen achterin de stoel en de rug tegen de leuning aan. Zet de voeten weer stevig op de grond en maak de nek ook weer lang zodat je de strekking van de rug afmaakt. Vooral schouders en hoofd willen graag naar voren hangen, omdat daar vaak geen steun meer is. Probeer de schouders te ontspannen  en niet op te trekken. Let steeds als je gaat zitten op deze houding en betrap je jezelf op hangen dan is de correctie snel gemaakt.

 

 

 

 

 

Zitten op de bank: ’s Avonds willen we ook wel lekker op de bank hangen en dat kan natuurlijk. Zorg dat je met kussens de rug recht steunt, leg de benen lekker languit op de bank of op een poef/tafel en zorg dat je recht voor de televisie zit. Zo zit je lekker lui, maar toch met een rechte rug. Probeer op twee billen te zitten en niet schuin op een zij.

 

 

De rug wil bij zitten dus altijd recht gesteund worden: of door de rugspieren, of door een leuning of door kussens.

Succes!!! (lukt het niet kom dan even langs bij de oefentherapeut…)

Het belang van een goede aanvullende verzekering

De laatste jaren komt het steeds vaker voor dat mensen niet voldoende verzekerd zijn. Verzekeringen worden steeds duurder en er wordt steeds minder vergoed.  Het is niet het leukste werkje van het jaar om uit te zoeken hoe je verzekerd bent en of het ergens anders beter of goedkoper kan. Totdat je ineens ergens last van krijgt en therapie nodig hebt en het blijkt dat je niet voldoende vergoeding krijgt.

Oefentherapie is een manier van behandelen waarbij we werken volgens het motorisch leerproces ( zie http://natasjatijhuis.wordpress.com/2012/04/16/hoe-verander-je-een-houding/ ). Dat betekent dat je voor langere tijd bezig bent met het intrainen van de juiste manier van het lichaam belasten. We proberen de oorzaak van de pijnklachten op te zoeken en vaak ligt dat in een verkeerd spiergebruik bij dagelijkse handelingen. Dus bijvoorbeeld met opgetrokken schouders achter de computer zitten waardoor je hoofdpijn krijgt, of door te zwakke schuine buikspieren overbelasting van de onderrug krijgen. Resultaat zie je vaak na 6 behandelingen in de vorm van minder vaak last, minder intens last of je voelt je sterker of soepeler. Dat is een teken dat je op de goede weg bent en dus met de therapie door moet gaan.

En dan kom je erachter dat je niet goed verzekerd bent. Je krijgt bijvoorbeeld maar 6 keer vergoed. Of je krijgt er 9 maar bent al 6 keer bij een fysiotherapeut geweest. Dan ben je dus op de goede weg, maar je moet de rest van de therapie zelf betalen en niet iedereen kan dat.

Kijk daarom je polis goed na en zorg voor een aanvullende verzekering met minstens 18 keer oefentherapie/fysiotherapie. Want mocht je ervoor komen te staan dat je niet meer kan werken door de rugpijn of beperkt wordt in je sociale leven door hoofdpijn dan heb je de oefentherapeut echt nodig.