Berichten

oefentherapie en depressie

Mensen met een depressie of een burn-out hebben vaak ook lichamelijke klachten. Lichaam en geest is een eenheid en deze beïnvloeden elkaar wederzijds. Als je je geestelijk niet goed voelt zeg je vaak: ik zit niet lekker in mijn vel. Je kan teveel op de schouders hebben, het hoofd laten hangen of geen stap meer kunnen verzetten. Andersom werkt het ook. Door het lichaam aan het werk te zetten recht je de rug, zet je de schouders eronder en gaat het koppie op.

Regelmatig behandel ik mensen met dit soort klachten. Ze komen voor lage rugpijn, hoofdpijn of hyperventilatie, maar de achterliggende oorzaak is bijvoorbeeld een depressie. Door met het lichaam aan de gang te gaan in de vorm van krachttraining voor buik- en rugspieren, conditietraining of ontspanningsoefeningen voelt men zich weer anders. Moe worden van inspanning is heel wat anders dan moe worden van het moe zijn.

Met de oefeningen komt er ook weer een gevoel van controle terug. Je hebt zelf invloed op hoe je je voelt en dat voelt goed. Als je eenmaal de drempel genomen hebt van het in beweging komen wordt het steeds makkelijker. Even een wandeling of een stukje fietsen geeft energie en als het regent ren je een paar keer de trap op en neer.

Door het verbeteren en intrainen van een goede houding krijg je ook een ander gevoel. Als je de rug recht en het hoofd rechtop houdt sta je toch steviger in je schoenen. Door gedragsverandering krijg je een andere houding, lichamelijk maar uiteindelijk ook geestelijk.

Dus ook met een depressie of een burn-out aan de slag bij de oefentherapeut!

van angstig naar vrolijk meisje

Een meisje van tien jaar kwam samen met haar moeder bij mij in de praktijk. Op de verwijzing van de huisarts stond als diagnose hyperventilatie. Het meisje had zomaar ineens last van angstaanvallen waarbij ze benauwd werd, het zweet haar uitbrak en ze licht in het hoofd werd. Meestal had ze dat in drukke of warme ruimtes. Ze wist niet goed wat ze ermee aan moest en vond het erg eng. Uit het intake gesprek en de ingevulde vragenlijst over hyperventilatie kwam zeer duidelijk naar voren dat ze absoluut de symptomen van hyperventilatie had, maar zonder psychische factor. Ze was geen piekeraar en stond open in het leven.

Bij het onderzoek was te zien dat ze snel en oppervlakkig ademhaalde. De adembeweging was vooral hoog bij het borstbeen te zien. We begonnen daarom met bewustwordingsoefeningen. Door haar te laten voelen waar ze de ademhaling zelf plaatste en dat dat ook anders kon, kreeg ze meer controle. We oefenden de buikademhaling in verschillende houdingen en in verschillende situaties. Ik ging soms vlak voor haar neus staan of over haar heen hangen en het lukte haar steeds beter om in haar eigen rustige ademhaling te blijven.

Na 4 behandelingen kwam ze stralend binnen. Ze had geen aanval gehad de afgelopen week en het voelde heerlijk dat ze zelf controle had over haar ademhaling. Ze durfde weer naar drukkere verjaardagen en zelfs met het warme weer van die week had ze geen problemen gehad.

Soms is iets wat best moeilijk lijkt toch makkelijk op te lossen.