Waarom “dat leer ik nooit” , echt niet klopt…

‘Dat leer ik nooit!’  Het is een veel gehoorde zin, zo ook in mijn praktijk. Mensen komen bij me met pijnklachten in bijvoorbeeld de rug of nek en krijgen van mij te horen dat het veranderen van de houding nodig is om de klachten te verminderen. De meesten begrijpen wel waarom dat belangrijk is, maar denken bij voorbaat dat het nooit gaat lukken. Aan mij dan de mooie taak om mensen te motiveren.

Houding is gedrag, en gedrag is aangeleerd. En wat aangeleerd is kan je dus ook afleren en veranderen. Makkelijk is dat niet. Iets nieuws aanleren gaat via een zogenaamd motorisch leerproces. Daarbij ook nog ander gedrag afleren is een extra belemmering, maar niet onontkoombaar.

Uiteindelijk zit het hem allemaal in de werking van de hersenen. In die hersenen zitten allerlei verbindingen die ervoor zorgen dat we op een bepaalde manier bewegen en dingen doen. Als je iets nieuws gaat doen wordt er een nieuwe, broze verbinding gemaakt. Door deze handeling steeds te herhalen (en dus in te trainen) wordt de kleine zandweg in het hoofd langzaamaan een snelweg die steeds makkelijker te begaan is. Veranderen van gedrag zit hem dus in herhaling.

Daarnaast is er natuurlijk de vraag of je niet kan veranderen of niet wilt veranderen. Dat zijn duidelijk 2 verschillende dingen. Als je niet wilt, gaat het ook niet lukken. Als je probeert en je maximaal inzet is het resultaat altijd het grootst.

En als laatste krijg ik vaak te horen : ‘Het voelt zo onnatuurlijk, dit kan niet goed zijn’. En dan verwijs ik altijd naar de kinderen om ons heen. Kijk eens naar het houding- en bewegingsgedrag van kinderen van 2 a 3 jaar. Als dat niet natuurlijk is weet ik het ook niet meer.

Dat leer ik nooit klopt dus niet. Dat lijkt me moeilijk om te leren wel. En daarbij kan onder andere de oefentherapeut je helpen. Want het veranderen en intrainen van het gedrag in houding en beweging, dat is nu juist mijn vakgebied.

werkplekadvies voor alle houding, dus ook staande beroepen

Afgelopen weekend was ik uit eten en werden we bediend door een leuke enthousiaste jongedame. Terwijl ze bij een andere tafel de bestelling stond op te nemen zag ik haar houding van opzij. En beroepsgek als ik ben zei ik meteen tegen mijn tafelgenoot: “Tjongejonge, die kan wel wat advies van mij gebruiken”. Aangezien ik daar niet was om te werken ging ik er niet verder op in, maar ik denk wel dat het toch jammer zou zijn als zo’n vrolijk meisje die met zoveel plezier haar werk doet rug- of nekklachten zou krijgen door het werk.

Bij werkplekadvies denkt men in eerste instantie aan het afstellen van de juiste hoogtes van een bureau of stoel voor mensen met een administratief beroep. En inderdaad is dat ook de grootste groep werknemers die van mij advies krijgt. Maar er zijn natuurlijk genoeg beroepen met andere houdingen. En een houding zorgt voor belasting op het lichaam. En een verkeerde belasting zorgt voor lichamelijke klachten en dat is wat we nu graag willen oplossen of liever nog willen voorkomen.

Dus de restauranthouder zal ik benaderen voor een cursus staan en tillen. En het zorgpersoneel komt bij me voor een cursus tiltechnieken. De schoonmaakbranche geef ik advies in stofzuigen en ramen zemen. En zo is er in elk beroep wat te leren over een goede balans in de belasting en de belastbaarheid. Voorkomen is immers beter dan genezen!

Er was eens…een meisje met migraine

Een meisje van acht jaar kwam samen met haar moeder bij me op verwijzing van de neuroloog. Ze had al jaren wekelijks migraine, soms zelfs meerdere keren per week. Verder was er sprake van hevige spierspanningshoofdpijn.

Tijdens de anamnese (het intake-gesprek) zag ik een vrolijk meisje, maar ook een meisje die veel van zichzelf vroeg. Ze wilde graag goed presteren op school en aardig gevonden worden. Bij het onderzoek zag ik een redelijke  houding, de rug lichtgebogen, de schouders wat opgetrokken, maar één ding sprong eruit. De spieren bovenop de schouders waren keihard.

We begonnen de oefentherapie met ontspannende bewegingen voor het nek-schoudergebied. Door rustige bewegingen te maken breng je de doorbloeding van de spieren op gang wat ontspanning geeft. We gingen door naar de zithouding en ook in die houding bewogen we rustig de schouders en het hoofd. Daarnaast gingen we aan de slag met de ademhaling. Ze had een hoge, snelle ademhaling wat voor algehele spanning in het lichaam zorgt. Daarom oefenden we de buikademhaling en maakte ik haar bewuster van de spanningen in haar lichaam.

Na enkele weken kwam er vooruitgang. De migraine aanvallen werden minder intens, de spierspanningshoofdpijn nam af en ze ervoer meer rust. Zo kreeg ze langzaamaan meer controle over haar lichaam en haar klachten. Na enkele maanden waren de migraine aanvallen enorm afgenomen, eens per maand speelde het nog wel eens op. De spierspanningshoofdpijn was minimaal. Ze kon weer goed functioneren wat meer zelfvertrouwen gaf en zo werd ze een nog vrolijker meisje.

 

Meer werkplezier door houdingsadvies

Het leuke van mijn werk als werkplekadviseur is de respons achteraf. Meestal als ik bij een bedrijf binnen kom om de stoel en het bureau goed in te stellen zijn de mensen sceptisch. Men vindt altijd dat alles wel goed staat, want zo werkt het lekker. Of alle bureaus staan op gelijke hoogte want dat staat mooier. Maar vol enthousiasme ga ik dan toch bij elke persoon langs en kijk voor iedereen wat in die situatie de minst belastende werkhouding is.

Als ik een werkplekadvies geef kijk ik natuurlijk naar de standaard dingen. De hoogte van de stoel en armleuningen, de hoogte van het bureau, de afstand van het scherm en de lichtval. Ik vraag daarnaast ook altijd welke werkzaamheden het meest worden uitgevoerd. Met die informatie kan je de indeling van een bureau praktischer maken en houdingstips geven voor die werkzaamheden. Iedereen heeft toch weer zijn eigen veel voorkomende bezigheden, de één voert bijvoorbeeld orders in, de ander typt veel over en weer een ander zit veel aan de telefoon. Voor ieder persoonlijk is dat een ander advies.

Als ik dan na enkele weken voor bijvoorbeeld het instellen van een nieuwe stoel nog eens langskom vraag ik natuurlijk altijd even hoe het bevalt. En steevast is het antwoord dat het eigenlijk veel prettiger werkt zo, dat lichamelijke klachten zijn verdwenen en dat er meer werkplezier is. En dat is de reden dat ik dit werk doe!

Nooit verwacht, maar ik kan weer hardlopen

Een man van begin 60 kwam in mijn praktijk met chronische heupklachten. Hij was altijd een fanatiek hardloper geweest en gaf ook hardlooptrainingen. Daarnaast had hij in de bouw gewerkt en was sinds kort met vervroegd pensioen. Het laatste jaar kwam er van hardlopen niks meer vanwege de pijn, zelfs wandelen was al teveel. Na diverse therapieën en injecties kwam hij dan bij mij.

Bij het onderzoek kwam naar voren dat de spieren rondom het bekken en de heupen erg stijf waren, net als de gehele rug. Er was wel voldoende kracht in het lichaam maar de spieren werden al jaren verkeerd gebruikt. Uiteindelijk is dit zich dus gaan uiten in slijmbeursontstekingen in de heup, maar er waren ook al jarenlang lage rugklachten.

We begonnen eenvoudig met diverse rekoefeningen en het bewust leren gebruiken van spiergroepen. Daarna kwam de houding aan bod tijdens dagelijkse bezigheden zoals zitten, staan, bukken en tillen. Na enkele weken ging het al een stuk beter en kon hij ook weer langere afstanden wandelen. Hij durfde zich wel weer te wagen aan het hardlopen.

Langzaamaan bouwden we het op. Geduld is bij herstel altijd erg moeilijk maar o zo belangrijk. Af en toe was er een terugval als hij bijvoorbeeld te lang op een ladder had gestaan tijdens het klussen, maar uiteindelijk bereikten we zijn doel. Grote afstanden lukte nog niet maar hij zei wel: “Ik had het nooit meer verwacht, maar ik kan weer lekker hardlopen.”

Het verhaal van een mondhygiëniste

Een vrouw van halverwege 40, mondhygiëniste van beroep, kwam bij me met pijnklachten in de nek en armen, slijtage in de ellebogen en tintelende handen. Ze had al jaren klachten, maar de laatste maanden werd het zo erg dat ze haar werk niet meer met plezier kon uitoefenen. Ze vroeg me of ik haar kon helpen om de stijfheid in het bovenlichaam te verminderen en om de pijn in nek, armen en handen te verlichten.

Een mondhygiëniste of een tandarts heeft een moeilijke en belastende werkhouding. Ze zitten voorover gebogen en licht gedraaid om goed te kunnen zien wat ze doen, zonder daarbij de cliënt in de weg te zitten. Ik zie deze beroepen dan ook regelmatig in mijn praktijk langskomen met rug- en nekpijn.

Met deze dame ben ik eerst oefeningen gaan doen om de spieren te ontspannen en om de rompspieren te versterken, De romp is de basis, en als die goed sterk is wordt de belasting over het lichaam al beter verdeeld. Daarnaast kreeg ze oefeningen om te leren hoe ze de schouders moet houden als ze met de armen werkt. Langzaamaan gingen we meer richting werkhouding. Ze oefende zeer goed elke dag en probeerde alles wat ze leerde toe te passen in de praktijk.

Na 7 behandelingen waren de nek en armklachten verdwenen. De slijtage in de ellebogen was natuurlijk nog hetzelfde, maar ze kon er beter mee omgaan. De tintelingen in de hand kwamen voort uit een carpaal tunnel syndroom en nadat ze op mijn advies hiervoor naar de huisarts was gegaan kreeg ze een spalk voor ’s nachts.

Na de laatste behandeling zei ze nog tegen me:’Ze kunnen zeggen wat ze willen, maar een goede houding is toepasbaar als je maar wilt. Zelfs bij het werk als mondhygiëniste”. Ze had weer volop plezier in haar werk.

En dit zijn de resultaten en reacties wat mijn werk zo leuk maakt. Oefentherapie Cesar is gewoon een mooie baan!

Tips voor schaatsen: houding en spiergebruik

Het is weer zover, we kunnen schaatsen! Veel mensen stappen de komende dagen weer ongetraind op de gladde ijzers voor een mooi tochtje of wat speelplezier met de kinderen. Na een periode van vorst heb ik het altijd drukker in de praktijk omdat heup- en rugklachten weer flink toenemen na wat schaatsplezier. Hier daarom wat tips om klachten zoveel mogelijk te voorkomen:

1. doe een warming up: ‘droog’ schaatsen maakt de spieren die je dadelijk nodig hebt alvast wat warm, wat grote stappen op de plaats en een paar licht kniebuigingen erbij zorgen dat de beenspieren beter voorbereid aan het werk gaan. Zwaai de armen daarbij flink mee zodat ook het bovenlichaam alvast meedoet.

2. daarna enkele rekoefeningen voor de beenspieren, de bovenbeenspieren voor en achter, de kuitspieren en de heupspieren.

                                                      

3. zorg natuurlijk voor goede warme kleding en goed passende schaatsen. Bij de sportzaak kunnen ze u daar goed in adviseren.

4. de schaatshouding zelf: in principe is de houding een soort bukbeweging, dus vanuit de heupen naar voren, de billen naar achter en de borst vooruit. Het gewicht drukt dan meer op het achterste deel van de schaats en niet op de tenen. Bij de afzet de hele schaats gebruiken en zijwaarts wegduwen. Begint de onderrug na een poosje te zeuren luister daar dan naar en ga even rechtop schaatsen. Schaatsen moet leuk blijven en niet na een dag rugpijn geven.

5. na afloop weer de spieren rekken,   wat bekkenkantelingen liggend op de rug, en goed gesteund gaan zitten op de bank in plaats van neerploffen, zorgt voor een beter herstel.

6. en voor de volledige ontspanning is daar natuurlijk de warme chocolademelk of de gluhwein

  Veel schaatsplezier allemaal!!!

Hoe heb ik het gebruik van de Epi-no ervaren

Een verhaal van Gerrie, een vrouw uit mijn praktijk die op mijn advies de Epi-no geboortetrainer heeft gebruikt:

“In de 13de week van mijn zwangerschap kreeg ik bekkenklachten. Hiervoor ging ik op aanraden van de verloskundige naar de Cesartherapeut. Na een aantal weken bij de oefentherapeut Cesar te zijn geweest ging het aanzienlijk beter. Via haar kreeg ik voorlichting om de Epi-no geboortetrainer te gaan gebruiken ter voorbereiding op de bevalling. Ik was gelijk enthousiast, want wie wil zich nou niet voorbereiden op zoiets ingrijpends als een bevalling. Wel had ik nog een aantal vragen zoals , wat is het effect op de baby, wek ik hiermee de bevalling op etc. Ik heb me thuis verdiept in de werking van de  Epi-no en natuurlijk het effect wat het moet opleveren, namelijk een verminderde kans op inscheuren/inknippen. Dit sprak mij erg aan, maar vooral het gevoel van zelfvertrouwen wat het mij zou kunnen geven gaf voor mij de doorslag. Na overleg met de verloskundige en mijn partner heb ik besloten om de Epi-no te gaan gebruiken.

In week 37 ben ik begonnen met het gebruik van de Epi-no. De eerste paar keren voelde het een beetje vreemd om het ballonnetje in te brengen en vooral het opblazen ervan. Toch voelde ik me trots dat ik na een paar keer oefenen mijn bekkenbodemspier al had opgerekt tot 4,5cm. Ik wilde proberen de bekkenbodemspier op te rekken tot de maximale 10 cm zodat ik een beetje wist wat het gevoel zou moeten zijn als het hoofdje van mijn kindje er straks door moest. Het gebruik van de Epi-no deed geen pijn. Je moet natuurlijk wel goed je eigen grenzen in de gaten houden, want je voelt wel wat spanning op de bekkenbodem als je het ballonnetje opblaast.

Na twee weken elke dag 10 minuten te hebben getraind en 10 minuten te hebben gerekt kon ik het ballonnetje al opblazen tot 7,5 cm en deze er weer uit ‘persen’. Het gaf mij een gevoel van zelfvertrouwen dat ik me aan het voorbereiden was op de bevalling en dat ik merkte dat mijn lichaam een bevalling aan kon.

In de 38ste week kreeg ik na het oefenen een beetje bloedverlies.De verloskundige gaf aan dat dit kwam doordat alles nu zo goed doorbloed was en dat dan wel eens een haarvaatje kon knappen. Ik kon gewoon doorgaan met oefenen. Voor mij voelde het toen niet zo heel goed meer dus ben ik gestopt met het oefenen met de Epi-no.

Op precies de uitgerekende datum begon de bevalling en heb ik binnen 5 uur op de baarkruk een prachtige dochter op de wereld gezet. Tijdens de bevalling was ik volledig ontspannen, want ik wist dat ik me goed had voorbereid. Het voelde niet hetzelfde als het opgeblazen ballonnetje eruit persen, wat ik misschien wel had verwacht.  Toch is de bevalling zonder knip of scheur verlopen waar ik erg blij mee was.  Mijn herstel verliep daardoor erg vlot.

Ik ben blij dat ik met de Epi-no geoefend heb, want het gaf mij dusdanig veel zelfvertrouwen dat ik de bevalling  als positief heb kunnen ervaren. De volgende keer zou ik zeker weer gaan oefenen, want of het nu komt door de Epi-no of niet ik ben niet ingescheurd of ingeknipt.

tips voor zitten tijdens Kerstmis

De Kerst is altijd een hele gezellige tijd, maar ook dagen van veel zitten en weinig beweging. Voor mensen met rugklachten, maar ook voor degene met nek-schouderklachten kan het veel pijn opleveren. Juist niks doen geeft stijfheid en vermindert de doorbloeding waardoor pijn kan ontstaan. Daarom hieronder enkele eenvoudige tips:

1. Tijdens de Kerstmis in de kerk voel je pas echt hoe hard die banken zijn. Probeer rechtop te gaan zitten en kantel het bekken rustig aan iets naar voor en achter (je rolt over de billen heen naar voor en achter waardoor de onderrug iets hol en iets bol wordt). Dit verlicht de vermoeide onderrug. Bij de momenten dat je mag staan probeer je goed op beide benen  te staan, beide knieën los en wiebel wat naar links en rechts, naar voor en achter. Niemand die het opmerkt want niemand staat helemaal stil en jij hebt zo de benen lekker goed doorbloedt.

2. Na het Kerstontbijt is het tijd voor een kleine wandeling of bij rot weer wat gewandel van de keuken naar de huiskamer.

3. Overdag zijn de spelletjes met de Wii Fit/Sport of X-box Kinect natuurlijk een uitkomst. Lekker bewegen terwijl je toch samen bent en lol maakt. Kaartspelletjes waarbij je opdrachten verzint waarmee men moet bewegen (de trap op en af, 10 x springen noem maar op) zijn natuurlijk ook erg gezellig.

4. Tussen de gangen van het Kerstdiner even opstaan en van plaats wisselen met iemand aan de andere kant van de tafel zorgt voor een welkome afwisseling.

5. En als je dan ’s avonds lekker onderuit op de bank zit, steun de rug dan met een stevig kussen zodat het echt lekker zit.

 

Allemaal Fijne Kerstdagen!!!  

oefentherapie en osteoporose

In de praktijk zie ik regelmatig vrouwen met osteoporose. Ze worden verwezen in verband met rug- of heupklachten of vanwege een impressiefractuur. Dit laatste is het inzakken van de wervel door bijvoorbeeld een eenvoudig misstapje. De vraag die dan meestal gesteld wordt is wat ik aan de osteoporose kan doen.

Aan de botontkalking, zoals osteoporose meestal genoemd wordt, is meestal niet heel veel te doen. Het proces zit in het lichaam en vindt gewoon plaats. Met kalktabletten kan je het tekort aan kalk enigszins aanvullen en met oefeningen kan je proberen de druk op de botten beter te verdelen. Met oefentherapie leer je hoe je dit het beste kan doen.

De therapie is gericht op het zoveel mogelijk in balans krijgen van het lichaam. Dus de spieren rondom de rug en het bekken zo trainen dat er een goede samenwerking is tijdens de dagelijkse bezigheden. Dat betekent dat de spieren op zich getraind worden, maar ook bijvoorbeeld het staan, zitten, bukken, reiken en alles wat voor die persoon nog meer van belang is. Verder gaat de therapeut in op gedragsverandering. Dus luisteren naar het lichaam, belastingen afwisselen, en de dagelijkse houdingen die geoefend worden ook echt toepassen tijdens stofzuigen, boodschappen doen of zitten achter de computer.

Dus ook met osteoporose eerst even naar de oefentherapeut.