Berichten

Het heeft toch geholpen…

Een man van 68 kwam in mijn praktijk op verwijzing van de orthopedisch chirurg. Na een ongelukkige val 3 jaar geleden was hij 2 keer aan de heup geopereerd. En na revalidatietraining en andere therapieën bleef hij toch problemen houden met het lang lopen en lang staan. Bij ons eerste gesprek zei hij heel duidelijk dat hij alleen maar bij mij zat omdat de specialist dat wilde. Hij gaf aan dat hij alles wel wilde proberen, maar dan vooral om aan te tonen dat de orthopeed het mis had met deze doorverwijzing.

Uit onderzoek bleek dat de spierkracht over het algemeen wel goed was in het lichaam. Meneer had inderdaad goed getraind bij de andere therapieën. Wat mij opviel was dat de coördinatie en samenwerking van de spieren niet optimaal was, met daarbij een grote stijfheid in de gehele wervelkolom. Als de rug stijf is zal het lichaam op andere fronten meer belast worden, en dat was bij meneer het geval bij de heupen.

Na enkele rekoefeningen voor de heupspieren begonnen we met het soepeler maken van de hele rug. Daarnaast trainden we de zithouding, de staande houding, het lopen en het bukken. Niet alleen met adviezen, maar vooral met doen, laten voelen en laten ervaren. Meneer hield belofte, hij oefende trouw elke dag en paste alles zo goed mogelijk toe. Heel langzaamaan werd het beter. We oefenden het staan steeds langer en hij kreeg de opdracht tot het maken van wandelingen. Eerst 20 minuten, maar dat werden er al gauw 45.

De laatste keer dat ik hem zag gaf hij aan dat hij het mis had gehad. De orthopeed had gelijk met het doorsturen naar oefentherapie. Hij kon weer langer staan en weer heerlijke wandelingen maken. Maar toch had hij nog wat te mopperen: “Waarom heeft die man me niet veel eerder doorgestuurd!”

Tips bij knieklachten

Knieklachten kunnen ontstaan door verschillende oorzaken. De volgende tips zijn bedoeld voor mensen met klachten als af en toe een steek, een vermoeid of drukkend gevoel in de knie en last na lang staan of lopen. Heb je een bewegingsbeperking of zwelling in de knie dan altijd eerst even de huisarts raadplegen.

 

1. Sta altijd met de knieën los. Dat wil zeggen dat je de knieën niet helemaal strak naar achteren strekt maar dat je ze net heel licht buigt. Dit voelt een beetje wiebelig. Nu moeten de bovenbeenspieren aan het werk en is er minder druk op de knie. Moeilijk, maar gewoon doorzetten!

overstrekte knieën  losse knieën, beetje overdreven maar dan zie je het goed

 

2. Ga op een stevige tafel of bureau zitten en laat je onderbenen hangen. Nu lekker zwaaien met de onderbenen van voor naar achter. Zo breng je  de smering en doorbloeding op gang en het geeft ontspanning.

Klik hier: benen bungelen

3. Ga niet op beide knieën zitten als je op de grond bezig moet zijn. In geknielde houding verdeel je de belasting beter en kan je wisselen van been.

4. Maak bij lopen de stap niet te groot. Doe je dat wel dan dreun je met de hak op de grond en belast je met kracht de overstrekte knie. Hou je de stap iets kleiner dan krijg je meer veerkracht bij het lopen.

5. Ben je moe met staan ga dan niet van het ene op het andere been hangen maar zoek een steuntje waar je even met de billen of rug tegen aan kan staan. Hou de knieën wel los.

Heb je zeer regelmatig last dan kan de oorzaak liggen in onjuist spiergebruik of het uit balans zijn van het lichaam. Voor gerichte training en houdingsadvies kan je terecht bij een oefentherapeut bij jou in de buurt.

Scoliose, wat moet je ermee?

Een scoliose is een afwijkende stand van de rug. Er zijn verschillende soorten scolioses wat betreft vorm, plaats en ernst. De meest voorkomende zijn de zogenaamde C-scolioses, dan is er een kromming naar links of rechts gezien vanaf de achterkant van de rug. Ook zijn er S-scolioses, dan is er in de onderrug een bochtje de ene kant op en bovenin de andere kant op.

De meeste mensen hebben een niet-structurele scoliose, die ontstaat door a-symmetrische belasting en dat is wat we allemaal de hele dag doen. Het kan dus helemaal geen kwaad. Tenzij de afwijking te groot wordt en er dus een te grote disbalans ontstaat in het lichaam en iemand bijvoorbeeld rug-, nek- of schouderklachten krijgt. En er is nog de structurele scoliose, waarbij er door afwijkingen van de wervels zelf grote krommingen in de rug ontstaan. Deze vorm komt bij 2% van alle scolioses voor, met name bij meisjes.

De mensen met een scoliose uit de eerste groep komen bij mij in de praktijk omdat ze bijvoorbeeld lage rugklachten hebben, of hoofdpijn. Meestal weten ze niet dat er een scoliose in de rug zit. Door met gerichte training de balans in het lichaam te herstellen en mensen uit hun voorkeurshouding te halen nemen de pijnklachten vaak af.

Meisjes met de structurele scoliose komen in mijn praktijk om het lichaam in conditie te houden. Deze scoliose zelf kan je niet oplossen, maar met training kan je wel voorkomen dat iemand in de afwijkende houding gaat hangen en je kan de dagelijkse houdingen en bewegingen zo intrainen dat er minder kans is op overbelastingsklachten.

De oefentherapeut is de specialist op houding en beweging en dat is dus het adres waar je heen moet als je een scoliose hebt. Of het nu wel of niet op te lossen is, door meer balans in het lichaam kunnen pijnklachten worden verholpen of voorkomen.

Voor een oefentherapeut bij u in de buurt kijkt u op vvocm .

Waarom oefentherapie?

Bij de oefentherapeut doe je natuurlijk oefeningen. Nu kun je overal oefeningen vandaan halen. Ze staan in de Libelle, op internet, je krijgt een briefje mee van de dokter of iemand vertelt je hoe je een oefening moet doen. Maar doe je het dan ook goed?

Als je nog nooit auto hebt gereden en iemand vertelt je hoe dat dan moet, kan je dan autorijden? Als je op een briefje leest hoe je een nieuwe Playstation game moet doen, doe je het dan meteen goed? Nee, natuurlijk niet. Dat moet je veel doen, herhalen, en dan het liefst onder begeleiding van iemand die er verstand van heeft.

Zo is het ook met oefeningen doen. Bij de oefentherapeut leer je hoe je bepaalde bewegingen moet maken. Je leert bewust te worden en te voelen wat het lichaam doet. Je leert hoeveel spanning je moet maken om iets voor elkaar te krijgen. En als je dagelijkse houdingen of bewegingen gaat oefenen dan train je die ook in. Door herhaling en bewust worden via spiegels en mondelinge begeleiding krijg je zo steeds meer controle over het lichaam en het bewegen.

En dat is dan meteen ook de kracht van de oefentherapeut, niet alleen adviseren maar ook doen!

Marktwerking in de zorg, een eerlijk proces?

Meestal schrijf ik informatieve stukken over de houding en aandoeningen aan spieren of gewrichten. Makkelijk leesbare informatie waar je direct wat aan hebt. Maar vandaag wil ik toch even wat kwijt over een moeilijker onderwerp.

Een aantal jaar geleden is bedacht dat er meer marktwerking moest komen in de zorg. Het doel hiervan was het verbeteren van de kwaliteit. Nu ben ik het helemaal eens met dit laatste. De cliënt staat altijd voorop in de zorg en heeft recht op de beste behandeling. Maar krijg je dit voor elkaar door meer marktwerking?

Eerst kwamen daar de vrije tarieven. Vrij in de zin van: de zorgverzekeraar bepaalt je tarief en dan kan je ja of nee zeggen. Ga je niet mee dan krijgt de cliënt minder vergoed en zal dus naar een andere therapeut toestappen. Tenzij je jezelf enorm onderscheid van anderen is het idee, maar in de huidige tijd van geldgebrek kiest een ieder toch eerst voor dat wat volledig vergoed wordt en niet voor een eigen bijdrage.

Toen kwam daar de mogelijkheid om pluspraktijk te worden. Een pluspraktijk moet aan veel eisen voldoen. Transparante zorg bieden, werken met richtlijnen, een duidelijke verslaglegging, eigenlijk allemaal zaken die redelijk normaal zijn om aan te voldoen. Soms worden eisen gesteld aan openingstijden. Je krijgt meer waardering als je ook ’s avonds en op zaterdag geopend bent. Hoe moet een part time praktijk dat gaan doen? En is dat kwaliteit of service?

Als je pluspraktijk wilt worden moet je bij sommige verzekeraars eerst een boel geld betalen. Een bedrag wat voor die part time praktijk best behoorlijk is. Het tegenargument is dat je dan een hoger tarief mag vragen, maar voordat je die onkosten eruit hebt ben je zeker een jaar verder. Voor de kleine praktijk is dat dus niet op te brengen.

Levert die kleine praktijk dan minder kwaliteit? Nee! Als ik kijk naar mijn praktijk dan lever ik zeker wel kwaliteit. Ik volg mijn bij- en nascholingen, heb de verslaglegging compleet, heb zeer tevreden cliënten en verwijzers, doe aan intercollegiaal overleg, ben transparant bezig, oftewel, ik voldoe aan bijna alle eisen. Ik vertik het alleen om ’s avonds en in het weekend te werken, om 5 dagen per week geopend te zijn en ik heb geen bak met geld om een audit aan te vragen.

Marktwerking in de zorg eerlijk? Nee, ik vind van niet.

Onze werkplek is wel goed hoor…

Als ik bedrijven benader voor het instellen van de juiste werkplek krijg ik vaak als antwoord: “Onze werkplek is wel goed hoor. We hebben allemaal dure bureaus en stoelen aangeschaft dus dat zit wel goed.” Mijn vraag is dan wie die stoelen en bureaus dan heeft ingesteld. En hoe zitten de werknemers dan op die dure stoelen. Vaak is daar nog niet naar gekeken en juist daar haal je het stukje winst voor het voorkomen van ziekteverzuim.

Je kan allemaal mooie en ergonomische kantoormeubelen neerzetten, maar als de personen die ermee moeten werken er niet op de juiste manier gebruik van maken heeft het nog weinig waarde. Daarom is het belangrijk dat ten eerste de stoel en het bureau op de persoon die erachter/erop zit worden afgesteld, maar ook dat de werknemer de juiste houding leert op de werkplek.

Laatst kwam ik op een kantoor waar alle bureaus aan elkaar vast stonden en alle computerschermen op één hoogte waren. Een mooi gezicht, alles strak. De ene dame die er werkte was 1.82m lang en de andere dame 1.64m. en allebei hadden ze nek- en schouderklachten. Toen ik wegging stond alles niet zo strak op één lijn meer, maar zaten de dames wel ontspannen rechtop en gaven meteen aan dat ze met minder spanning aan het werk waren. Met tips voor de juiste zithouding, de stand van de schouders bij typen, de plek van het toetsenbord en de documenten liet ik ze tevreden achter. Als afsluiting gaf ik nog tips hoe ze elkaar kunnen helpen de houding ook toe te passen, gegoten in een soort wedstrijd werkt dat ook weer stimulerend voor het team.

Je kan de omgeving dus aanpassen aan de persoon, maar als die persoon zelf niet aan de houding werkt heeft het nog weinig toegevoegde waarde. Vandaar: oefentherapie!

Soms moet je blijven zoeken

Een jongedame van begin 20 kwam bij me met lage rug- en bekkenklachten. De fysiotherapeut manipuleerde haar bekken regelmatig, omdat die steeds blokkeerde na tennis. Aan mij de vraag van de fysiotherapeut of ik oefeningen voor haar had om het bekken los te houden en stabiel door middel van  gerichte buikspieroefeningen.

Uit onderzoek bleek inderdaad zwakte van de schuine buikspieren en stijfheid van de heupgewrichten. De behandeling begon daarom met diverse buikspieroefeningen en rekoefeningen. Ze oefende zeer fanatiek, want ze wilde graag weer op niveau kunnen tennissen. De kracht nam snel toe en de rekoefeningen gaven verlichting. Toch had ze na enkele behandelingen steeds na tennis weer last.

We gingen uitgebreid de tennishoudingen analyseren. Iets nabootsen in de praktijk is toch altijd even anders dan de sport echt beoefenen, maar wat me opviel was het wegdraaien van het been als ze een zijwaartse stap nam. Na het testen van de spierkracht van de heupspieren bleek dat de groep van kleine bilspieren nagenoeg geen kracht had aan de  linker kant. Bij iemand die veel sport en veel in beweging is verwacht je dat niet zo snel, maar toch kon ze amper haar been zijwaarts optillen. We begonnen snel met hele lichte training. Als je namelijk op een te hoog niveau instapt is de kans op overbelasting weer groot.

Met veel geduld en doorzettingsvermogen nam de kracht toe en kon ze haar been beter zijwaarts bewegen en kracht opvangen met dat been. De tennishouding verbeterde en de klachten verdwenen. Zo zie je maar dat de oplossing kan komen door te blijven zoeken. In de gezondheidszorg moeten we steeds meer in minder tijd doen waardoor je wel eens wat over het hoofd ziet. Maar uiteindelijk komt het gewenste resultaat.

Herstel na total hipoperatie

Regelmatig zie ik mensen bij mij in de praktijk die een nieuwe heup hebben gehad. Ze komen dan meestal bij mij met lage rugklachten wat maar niet over wil gaan.  Deze klachten worden over het algemeen veroorzaakt door een verstoorde balans in bekken- en rompspieren door jarenlang verkeerd lopen en door de operatie.

De week na de operatie volgt er altijd in het ziekenhuis de zogenaamde revalidatie die gericht is op het zo snel mogelijk zelf redzaam zijn. Meestal volgen er dan nog enkele weken wat krachttraining en dan moet het klaar zijn. Hoe die spieren weer moeten gaan samenwerken en hoe de aangeleerde houding door de heupklachten moet verdwijnen wordt meestal niet getraind. En dan gaat het vaak mis.

Ik ga met deze mensen eerst terug naar de basis. Hoe span je een buikspier aan en hoe strek je de rug. De samenwerking van buik-, rug- en bilspieren wordt bewust gemaakt en getraind in diverse houdingen. Het vertrouwen in het geopereerde been moet weer terugkomen zodat dat been ook meer gebruikt gaat worden. En zo kom je op de houding die weer op 2 benen  moet zijn en niet uitwijkend naar de sterke kant. Deze houding wordt dan weer toegepast bij alle dagelijkse houdingen en bewegingen, dus lopen, traplopen, maar ook bukken, tillen en zitten.

Naar mijn mening is revalidatie na een operatie aan het bewegingsapparaat tegenwoordig teveel gericht op snel herstel en niet op bewust herstel. Om klachten in de toekomst te voorkomen zou meer geïnvesteerd moeten worden in herstel van het hele lichaam en niet alleen trainen van het geopereerde lichaamsdeel. Oefentherapie kijkt altijd naar het hele lichaam en de samenwerking van de gewrichten en spieren in het dagelijks leven. Daarom is oefentherapie een logisch vervolg op revalidatie na een total hip.

Rugklachten en vakantie, wat nu?

Veel mensen kennen het wel, rugpijn als je met vakantie bent. Een ander bed, minder beweging, hangen op het strand of juist wandelingen in de bergen. Het kunnen allemaal oorzaken zijn van een zwaar, vermoeid gevoel in de onderrug. Hieronder volgen wat tips om rugpijn te voorkomen en om het te verhelpen als je toch last hebt gekregen.

1. Neem een luchtbed mee om op het doorgezakte hotel- of appartementbed te leggen. Een luchtbed kan je naar eigen behoefte net zo hard of zacht opblazen/oppompen als je zelf wilt. Je kan het onder de matras leggen bij doorgezakte veren of op de matras bij een kuil in het bed.

2. Neem een klein kussen mee voor in de rug. Stoelen en banken op vakantie zijn meestal niet zo comfortabel als thuis. Met een kussentje maak je het de rug net even aangenamer.

3. Ga je op het strand of bij het zwembad liggen zorg dan dat de ondergrond zo vlak mogelijk is. Op het strand maak je eerst een lekker bedje van het zand, op het gras is het soms even zoeken naar een vlak plekje, maar dan kan ook een luchtbedje weer voor comfort zorgen. Boeken lees je niet op de buik liggend, dat is erg belastend voor de onderrug.

4. Zorg voor voldoende beweging, even zwemmen of een korte wandeling onderbreekt het hangen bij het zwembad of de zee.

5. Ga je voor de stevige wandeling trek dan goede schoenen aan. Ga je de bergen in maak de stappen dan niet te groot. Ook bij vermoeidheid de rug goed gestrekt proberen te houden of even languit liggen in een weide.

6. Heb je dan toch last dan zijn rekoefeningen vaak lekker om te doen. Op de rug liggend in bed even beide knieën naar de neus trekken geeft ontspanning  in de onderrug en bekkenkantelen kan overal. Op de rug liggen met beide benen gebogen en de armen wijd en dan de benen naar één kant op zij laten gaan rekt de rug in zijn geheel even goed op, in rustig tempo van links naar rechts brengt de doorbloeding goed op gang.

7. Heb je na de vakantie nog steeds last neem dan contact op met de oefentherapeut bij jou in de buurt, die kan je weer verder op weg helpen.

Soms is het simpel

Een jongen van 16 jaar kwam bij me met al jarenlange rugklachten. Hij had al diverse keren andere therapie gehad wat steeds tijdelijk hielp. De pijn was vooral aanwezig met zitten en de laatste tijd werd het weer erger. Als hobby sportte hij veel, zijn doel was met fitness een mooi gespierd lichaam te krijgen.

Uit onderzoek bleek dan ook dat het hem wat spierkracht betrof nergens aan ontbrak. Ook de beweeglijkheid van de rug was goed en de spierlengtes van rug- en borstspieren waren normaal. Na het onderzoek wist ik dan ook eigenlijk niet zo goed waarom deze klachten al jarenlang aanwezig waren. Er was maar één ding waar we winst uit konden halen en dat was puur de houding bij zitten. Hij zat in zijn vrije tijd erg veel achter de computer en had daarbij de typische onderuitgezakte houding van de gemiddelde puber.

Bij het aanleren van de zithouding pakte hij meteen de tips op. Hij kon de goede zithouding zonder rugleuning meteen al eindeloos volhouden (waar de meeste mensen toch echt een paar weken over doen). Met rugleuning wist hij al snel dat achterin de stoel tegen de leuning aan beter was voor de rug en bij het computeren lette hij ook op hoe hij dat deed.

De rugklachten verdwenen binnen enkele weken en na controle 3 maanden later was dat nog steeds het geval.

Zo simpel kan het dus zijn…oefentherapie: voor goede houding en beweging!